Heel erg aardappel en niet gaar
Er zijn maar weinig mensen die onberoerd blijven bij de aanblik van een bord verse friet. Tegelijkertijd is er in toenemende mate aandacht voor verantwoorde voeding. Dat patat niet bepaald past in die categorie, mag duidelijk zijn. Fabrikanten beijveren zich daarom om schonere manieren van frituren te ontwikkelen. De resultaten zijn niet onverdeeld opwindend.
Frituren is een gerecht onderdompelen in olie met een temperatuur van 150 tot 220 graden, waardoor het snel dichtschroeit en een knapperig, krokant korstje krijgt. Wie frituur zegt, zegt dus olie en vet; en da’s meestal niet zo gezond, hoewel de kwaliteit van frituurvet verbetert. Nog steeds zijn blokken ossenwit te koop, maar de meeste mensen gebruiken inmiddels vloeibare, plantaardige olie. Toch: een vette boel blijft het, dat frituren.Onderzoeksorganisatie TNO ontwikkelde onlangs een „gezond en veilig” alternatief voor de aloude frietpan: de HiFri. Eind dit jaar komt het apparaat definitief op de markt. De HiFri frituurt met stoom van 200 graden Celsius. TNO werkt al sinds een aantal jaren met deze zogenoemde ”super heated steam technology” (SHS) in de voedingsmiddelenindustrie. Doel is de hoeveelheid calorieën, vet en (trans)vetzuren in snacks flink te verlagen, zonder dat dit ten koste gaat van de knapperigheid. De techniek is veelbelovend, maar biedt vooral perspectieven voor horeca-eigenaren: de stoomfriteuse is (nog) niet geschikt voor de gewone consument.
Gloeiende mist
Een soortgelijk apparaat dat dat wel is, is een uitvinding van Tefal. Naar eigen zeggen deed de fabrikant er tien jaar over om de nieuwe friettechniek te ontwikkelen. Voor het frituren van 1 kilo friet in de Actifry is maar één eetlepel olie nodig. De olie gaat met de patat in een pan met antiaanbaklaag. Een soort peddel laat de patatjes ronddraaien en een ventilator blaast de olie er in een gloeiende mist doorheen. Nadeel is dat het even duurt voor er een portie knapperige friet op het bord ligt: minstens een halfuur, volgens Tefal.
De Actifry is in Nederland nog niet op de markt. In België wel, voor het niet geringe bedrag van 189 euro. Een gebruiker vertelt in een weblog: „Het duurt wel ruim 45 minuten eer je frietjes kan smullen. Maar wel lekker!”
Nederland heeft geen Actifry, maar wel de Grill Frit - onder meer verkrijgbaar bij leverancier Magee voor de prijs van 169 euro. De Belgische bedrijven Fri-Fri en Lutosa ontwikkelden het apparaat. Fri-Fri is een fabrikant van huishoudelijke apparaten, Lutosa een aardappelverwerker. Een slimme combinatie, blijkt bij nader inzien. De Grill Frit verdraagt namelijk alleen speciale friet van Lutosa. Tja. Dat is nou lastig. Nederlandse supermarkten verkopen helemaal geen Lutosa. Bestellen kan wellicht, maar dat kost tijd en geld. En wie besluit friet te eten, heeft doorgaans geen tijd. De leverancier lost dit op door te vermelden dat alle producten die geschikt zijn voor de oven ook in de Grill Frit kunnen.
Grilletje
De machine is niet meer dan een klein grilletje. Voor een rij warmte-elementen hangt een mandje waarin je de friet of andere snacks kunt doen. Die warmen dan al ronddraaiend op. Van frituren is helemaal geen sprake.
Gemiddeld zou het garen van een maaltje patatten ongeveer tien minuutjes moeten duren. De frietgrill is uitgerust met een tijdklok in de vorm van een draaiknop. Alleen staat daar vreemd genoeg helemaal geen tijdsaanduiding op aangegeven. Dan maar op goed geluk een slinger aan de knop.
De Grill Frit is gebruiksvriendelijk en schoon. Geen patatwalm in de keuken, wel het driftig tikken van de tijdklok. Voordeel is dat de warmte-elementen direct heet zijn, dus de ’pan’ hoeft niet een kwartier van tevoren aan.
In eerste instantie ziet het er veelbelovend uit: een knus ratelend grilletje, de losjes door het mandje rollende ovenfrieten, de roodgloeiende staven die het geheel sfeervol verlichten. Het zou zo leuk zijn als de friet ook lekker was.
Maar dat is niet zo. Al na een minuut of zeven beginnen de patatten donkerbruine puntjes te vertonen. De temperatuur van de grill is niet te regelen, dus er zit niets anders op dan het mandje maar te legen. Warm zijn ze, de frietjes, dat wel. Maar naar friet ruiken ze niet. En dan de smaak. Heel erg aardappel en niet gaar. Een flinke lik mayo en een dosis zout maken iets goed, omdat ze de frietgriller tenminste nog een beetje het gevoel geven dat hij een patatje eet. Maar een patatje is zo’n bord opgewarmde zetmeelstaven niet, helaas.
De consument die zijn portie friet niet kan missen, maar wel verantwoord wil eten, kan voorlopig zijn ovenfriet nog maar het beste in de oven garen. Veel lekkerder en veel goedkoper. Of, iets minder verantwoord, toch ouderwets de pan aanzetten. Want, toegegeven, een gefrituurd frietje smaakt de meesten toch het best.