Opinie

Moet (niet) kunnen

„We redden ons hier zelf wel. We werken keihard en de laatste die we nodig hebben is de gemeente.” Dat zei een inwoner van een dorp in de biblebelt in reactie op rellen tijdens de jaarwisseling. Zijn standpunt is geen uitzondering. Eén keer per jaar een feestje bouwen, dat moet kunnen. Dan moet de overheid niet moeilijk doen.

18 September 2007 11:52Gewijzigd op 14 November 2020 05:06

Uit het maandag gepubliceerde onderzoek van de Politieacademie blijkt dat streng reformatorische dorpen niet onderdoen als het gaat om ongeregeldheden tijdens oud en nieuw. Sterker, samen met sommige (achterstands)wijken in grote steden staan deze plaatsen eenzaam bovenaan als het gaat om uitspattingen op oudejaarsdag. Op die ene dag van het jaar moet alles kunnen: brandstichting, lawaai en vernieling, tot aan geweld en agressie tegen politie en hulpverleners toe.Er zijn allerlei sociologische verklaringen te geven voor dit buitensporige gedrag van met name jongeren in de nacht van oud naar nieuw. De jeugd in de biblebelt zou normaal gesproken in een keurslijf zitten en heeft er behoefte aan eens per jaar uit de band te springen. En als je dat doet, moet je het ook goed doen.

Toch is dat niet het hele verhaal. De uitspraak dat de gemeente (lees: de overheid) de laatste is die men nodig heeft, duidt op een kritische houding tegenover het gezag, die zich niet beperkt tot de oudejaarsnacht. Ze betreft ook de visie op andere regels die van hogerhand zijn opgelegd, zoals snelheidsbeperkingen, belasting- en milieuwetgeving, regels rond alcoholgebruik en voorschriften voor bedrijfsleven, landbouw en visserij.

Ook daar wordt binnen orthodox-christelijke kring nogal eens de hand mee gelicht. „Ambtenaren hebben geen verstand van zaken en zijn eropuit hardwerkende mensen het leven zuur te maken. Laten ze zich maar eens druk maken over de grote problemen in de samenleving, zoals drugsverslaving, criminaliteit en integratie,” is nogal eens het argument.

Die redenering volgen niet alleen jongeren, maar helaas ook veel ouders. Wanneer zij dat aan de eettafel, tijdens de koffie of soms zelfs in kerkelijke vergaderingen poneren, moeten zij niet verbaasd zijn over het liederlijke gedrag van de jeugd op oudejaarsavond.

Burgers zijn ook gehouden de regels voor ’kleinere’ zaken te gehoorzamen, zelfs als ze die onevenwichtig of onrechtvaardig vinden. Eigen rechter spelen, voor zichzelf vaststellen welke voorschriften je wel of niet gehoorzaamt, past niemand.

Respect voor de overheid mag zeker verwacht worden van mensen met een reformatorische levensovertuiging. De apostel Paulus is daar helder in. „Alle ziel zij de machten over haar gesteld onderworpen.” Dat schreef hij aan Romeinen, die bepaald geen christelijke overheid hadden. Slavernij en goddeloze, door de overheid gesubsidieerde feesten waren gemeengoed en ambtenaren leidden een liederlijk leven.

Maar, deze overheid moet wel gehoorzaamd worden, stelde Paulus. Reformatorische christenen die zich -terecht- graag beroepen op de Bijbel en op het theocratisch gedachtegoed dat in de belijdenis is verwoord, hebben dus geen escape. Het gezag van de overheid dient gehoorzaamd te worden. Ook in de oudejaarsnacht. Buitensporigheden moeten niet kunnen.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer