Huisstofmijt houdt van vocht
Je ziet en hoort ze niet, maar ze zijn er wel: huisstofmijten. In elk huis. In grote aantallen. Volgens het RIVM komt zelfs in 80 procent van de woningen een schadelijke concentratie van de minuscule beestjes voor. Vervelende bijkomstigheid is dat ongeveer een op de tien mensen allergieklachten krijgt van de uitwerpselen van huisstofmijten. De oplossing? Saneren, schoonmaken en ventileren.
Niesbuien, jeukende ogen en een vol gevoel in het hoofd. Mensen die allergisch zijn voor de uitwerpselen (allergenen) van huisstofmijt komen deze klachten bekend voor. De veroorzaker van al het gesnotter is met het blote oog niet te zien. De huisstofmijt is zo klein dat op de kop van een lucifer al zo’n 200 tot 300 piepkleine diertjes kunnen zitten.Een woning helemaal huisstofmijtvrij maken, valt niet mee. Er zijn echter wel oplossingen die de klachten verminderen of zelfs laten verdwijnen. Dat kan door er op de lange termijn voor te zorgen dat het diertje zich niet thuis voelt in huis. En op de korte termijn door de mijt te doden en te verwijderen.
Potdicht huis
„Met alleen een allergeendichte hoes in bed bestrijd je de huisstofmijt inderdaad niet voldoende”, vertelt Stan Lenssen van de Allergiewinkel in Best. „Wij proberen mensen altijd te overtuigen van een integrale aanpak. Het is belangrijk om de relatieve luchtvochtigheid in huis laag te houden. Verder is het zaak om de woning zo in te richten dat het geen aantrekkelijke leefomgeving voor de diertjes is. En bewoners moeten de discipline opbrengen om goed schoon te maken. Wie deze drie punten in het oog houdt, is al een hele stap verder.”
Het is belangrijk dat de relatieve luchtvochtigheid onder de 55 procent blijft. Dat valt eenvoudig te meten met een hygrometer. Roosters horen 24 uur per dag open te staan. „Vaak hoor ik dan van klanten: „Ja, maar ik stook niet voor buiten. Dat kost te veel energie.” Toch kost het meer om een potdicht huis op temperatuur te houden. Vochtige lucht is namelijk moeilijker te verwarmen. Bijkomend voordeel is dat droge lucht behaaglijker aanvoelt.”
Bij klachten raadt Lenssen aan het huis te saneren. „Neem altijd eerst de slaapkamer onder de loep. Dat vertrek is heel belangrijk. Kies daar bijvoorbeeld voor een gladde vloer. Huisstofmijt kruipt altijd weg in textiel. Als je de kamers zo glad mogelijk inricht, kun je je aandacht richten op plaatsen waar je wel stof moet gebruiken, zoals in bed. Daar zijn ook allerlei oplossingen voor, bijvoorbeeld een speciale allergeendichte hoes.”
Schoonmaken is volgens de eigenaar van de Allergiewinkel het derde aandachtspunt waarmee veel winst valt te behalen. Een goede stofzuiger is daarbij van belang. „De gewone apparaten blazen de vieze deeltjes via de achterkant weer in de kamer. Een zogenaamd Hepafilter zorgt ervoor dat er schone lucht uit het apparaat komt. Voor het stof afnemen raden we magnetische doekjes aan. Die voorkomen dat stof gaat ronddwarrelen.”
Meer informatie en tips: www.milieucentraal.nl en www.astmafonds.nl.
Feit of fabel?
In het najaar is er meer huisstofmijt.
Feit. De buitentemperatuur daalt. De ramen en deuren staan minder vaak open. Daardoor stijgt de luchtvochtigheid binnen. Kortom: de ideale situatie voor huisstofmijt om zich te vermenigvuldigen.
Het is zinloos om ’s winters te stoken in een kamer waar je niet bent.
Fabel. Probeer zo gelijkmatig mogelijk te verwarmen. Laat in ieder geval niet meer dan 5 graden Celsius verschil tussen kamers bestaan. Door grote temperatuurverschillen slaat vocht neer, met als gevolg: schimmels.
Het bed opmaken ’s morgens is een overbodige klus.
Feit. Het is veel beter om het dekbed of de dekens helemaal terug te slaan. Daardoor kan het vocht dat ’s nachts is verloren, verdampen.
Voor iemand met huisstofmijtallergie is laagpolige vloerbedekking beter dan hoogpolige.
Fabel. Voor huisstofmijt zijn beide varianten een heerlijk beschermend oerwoud.
Kleding die uit de diepvries komt, is allergeenvrij.
Fabel. De huisstofmijt houdt het bij -18 graden Celsius inderdaad niet lang uit. De allergenen zitten dan echter nog wel in de stof. De kleding is pas na een spoelbeurt in de wasmachine allergeenvrij.
Van allergeendichte hoes tot robotmop
Vanwege hevige allergische klachten dreigt Jolanda Lenssen uit Best in 1988 arbeidsongeschikt te raken. Na een verblijf van ruim drie maanden in het UMC mag ze weer naar huis. Het pakket adviezen dat zij en haar man Stan meekrijgen, neemt het tweetal uiterst serieus. Het stel laat zijn woning grondig saneren. Ook de adviezen voor de inrichting van de woning en voor hun leefwijze volgt het paar op. Met succes. Het eczeem en de zware astmatische klachten van Jolanda zijn nagenoeg verdwenen.
Vanuit vrijwilligerswerk bij het Astmafonds ontstaat „eigenlijk heel spontaan” de Allergiewinkel. Stan: „De een na de ander vroeg of we voor hen ook hoezen en dat soort producten konden bestellen. Er was zo veel vraag naar dergelijke artikelen dat we er beiden fulltime in zijn gestapt.”
Het assortiment van de Allergiewinkel is groot. Luchtreinigers, eczeemkleding, geneesmiddelen en beddengoed zijn slechts een greep uit het aanbod. Toppers zijn de allergeendichte hoezen, dekbedden, een robotmop -een apparaatje dat stof verwijdert van gladde vloeren-, verzorgingsproducten zonder parfum en een hooikoortsapparaatje.
Rapportage
Stan stelt eisen aan de producten die hij verkoopt. „Voor de werking van een microvezeldoek vraag ik geen rapportage op. Dat vind ik te ver gaan. Maar voordat ik een dekbedhoes met de aanduiding antiallergeen in ons assortiment opneem, wil ik eerst een onderzoeksverslag van bijvoorbeeld TNO zien. Doordat wij met dat criterium werken, vallen veel producten automatisch al af.”
Voor meer informatie: de Allergielijn, 0499-375222 en www.allergiewinkel.nl.