De commissie, die woensdag haar rapport presenteerde, vindt dat het beroep van leraar meer aanzien moet krijgen. Volgens Rinnooy Kan stevent ons land af op een dramatisch tekort aan goede leerkrachten.Minister Plasterk van Onderwijs, die het rapport gisteren als eerste in ontvangst nam, zei dat de 1,1 miljard euro die jaarlijks extra wordt gevraagd voor verbetering van de onderwijssalarissen er zal komen. „Daarvoor wordt ruimte geboden door minister Bos van Financiën”, aldus Plasterk. Mogelijk wordt er in 2008 al een begin mee gemaakt. In oktober komt de bewindsman met een concreet actieplan om het lerarentekort te verminderen.

De minister is geschrokken van de cijfers die in het rapport staan. Volgens Rinnooy Kan zal bij ongewijzigd beleid tot 2015 driekwart van alle leraren uit het voortgezet onderwijs vertrekken. De helft daarvan gaat met pensioen, de andere helft vertrekt naar het bedrijfsleven. Ook andere onderwijssoorten krijgen te maken met „dramatische tekorten.”

Ook de Tweede Kamer steunt de maatregelen die de commissie-Rinnooy Kan voorstelt. Het CDA vindt ook dat leraren meer carrière moeten kunnen maken. Dat strookt goed met het principe om het salaris van leraren afhankelijk te maken van de opleiding die ze genoten en niet van het niveau waarop ze lesgeven.

Ook PvdA en VVD kunnen zich vinden in de hoofdlijnen. PvdA-Kamerlid Hamer vindt wel dat Rinnooy Kan te weinig aandacht vraagt voor de werkdruk van leerkrachten.

De onderwijsbonden reageren positief op de voorstellen. De Algemene Onderwijsbond (AOb) noemt het rapport „een overwinning voor het onderwijs.” CNV Onderwijs vraagt om actie en vooral extra geld van het kabinet. De bond vindt echter dat de inschaling van leraren niet alleen afhankelijk mag zijn van de genoten opleiding.