Betuwse bomen belanden tot in Moskou
OPHEUSDEN - Zoals rododendrons en azalea’s doorgaans uit de buurt van Boskoop afkomstig zijn en rozen vaak uit het Limburgse Lottum, komen laanbomen bijna altijd uit Opheusden en omgeving. De kwekersvereniging van het ”laanboomcentrum van Europa” jubileert en houdt volgende week een beurs. Vanaf dat moment wordt dat laatste waarschijnlijk een traditie.
De uitnodiging voor 21 (vakdag) en 22 september (publieksdag) is in het Nederlands, Duits, Frans, Engels, Pools en Russisch. Daarmee is het grootste deel van de afzet van handelskwekerij Huverba gedekt. Huverba is een van de grotere: 130 hectare bomen in volle grond, 4 hectare laanbomen in containers en 9 hectare heesters, ook in plastic potten. Het beursterrein loopt straks van mechanisatiebedrijf Damcon via kwekerij Arends Den Heuvel tot en met Huverba. Wie tussen de diverse locaties pendelen wil, kan met een bus.Het afzetgebied van Huverba wordt begrensd door Ierland, Zuid-Scandinavië, Rusland en Noord-Italië: alles daartussen hoort erbij, zegt Hans Timmers (30). Hij is nu nog assistent-bedrijfsleider en rechterhand van directeur Geurt Huibers, de derde generatie op de kwekerij aan de Hamsestraat. Na bijna een lustrum in Opheusden te hebben volgemaakt, neemt Timmers binnenkort de coniferenkwekerij van zijn vader in Uden over. Het coördineren van jubileum en beurs is zijn laatste klus op de klei van Opheusden.
Die vruchtbare rivierklei is cruciaal bij de vraag waarom er zo veel laanbomen uit die plaats komen. „De ligging tussen twee rivieren, de optimale luchtvochtigheid die het stromende water genereert: door de klimatologische omstandigheden tijdens de kweek zijn de bomen gehard en geschikt voor elk klimaat. Bovendien liggen voor enkele specialistische soorten de zandgronden dichtbij: Rhenen en Veenendaal.”
Alle kennis over laan-, bos en parkbomen -een, twee, drie of vier keer verplant, van 1 tot 25 jaar oud, kluitmaat 30 tot 110 centimeter of meer- zit al vele jaren in het gebied, zegt Timmers. „De concentratie van kwekers betekent dat ze de sterke kanten van elkaar zien en kunnen benutten. Ook de mechanisatie is hier: rooimachines en speciale tractoren zijn dichtbij te koop en te onderhouden. Toeleveranciers van bamboe tonkinstokken, draadkorven, jute en bestrijdingsmiddelen zitten eveneens om de hoek.”
Dat er 75 jaar geleden een boomkwekersvereniging kwam, valt te verklaren uit de slechte tijd die de sector begin jaren dertig doormaakte. In 1932 sloeg een aantal kwekers de handen ineen, vier jaar later kozen ze de slogan die dienst doet tot vandaag: ”Voor goede bomen moet men naar Opheusden komen”. Een groot deel van Europa doet dat. Timmers noemt recente grote projecten waar Betuws plantmateriaal de grond inging. „Een golfbaan in Dublin, een vijfjarig project. Een allee met bijbehorend park in Frankrijk. Bomen van Huverba -of aan ons geleverd door Opheusdense kwekers-, staan tot in Moskou toe.”
Toen de vereniging startte, waren de potentiële leden achterdochtig en vormde de contributie een drempel. In de jaren zeventig kende het ledental een piek: bijna 140. Timmers schat het huidige aantal op 85, van de 120 laanboomkwekers die nu in de regio actief zijn. „We hopen dat zich nieuwe leden melden. Ook eenmansbedrijven zijn zeer welkom.”
Samenwerking vergroot de (afzet)kansen, zegt hij. „Nederland kan door de goede kwaliteit de concurrentie met het buitenland prima aan.” Die concurrentie zit voor laanbomen vooral in de streek rond Hamburg, net over de grens bij het Brabantse Gennep en bij kwekers in Noord-Italië.
Bedreigingen zijn er ook, zegt de Huverbaman. „De klimaatsverandering bijvoorbeeld. We hebben hier een paar keer storm- en hagelschade gehad, waarbij we ons echt achter de oren krabden. Verder zijn ziekten steeds moeilijker te bestrijden omdat het aantal gewasbeschermingsmiddelen verder wordt ingeperkt. In het buitenland blijven ze toegestaan, dus is er sprake van oneerlijke concurrentie.”
Maar toch: jubileumviering en beurs hebben een feestelijk karakter, want de sector floreert en biedt de regio 1500 voltijdsbanen, die veelal door parttimers worden vervuld. De productiewaarde van de laanboomteelt beloopt zo’n 100 miljoen euro op jaarbasis, ongeveer een vijfde van het vergelijkbare totaalbedrag van de boomkwekerijsector. „Vanuit Opheusden is het exportdeel erg groot”, zegt Timmers, zo’n 80 procent gaat naar het buitenland.
Tentoonstellingen, demonstraties, open huis bij kwekerijen: bewegwijzering is er onder andere vanaf de snelweg A15. Wordt de beurs een succes, dan is de kans groot dat hij elke twee of vijf jaar wordt herhaald. „We zijn een heel gezonde sector. Na moeilijke jaren hebben we de wind mee. Gemeenten hebben weer geld over voor groen. Da’s niet alleen een kwestie van een betere conjunctuur, maar ook van veranderd denken.”