Kerk & religie

Roemen in een vloekhout

„Wie met al zijn strijden voor de oude waarheid nooit zelf een werktuig van de Heilige Geest wordt, zal straks ervaren dat het oordeel van de rechtvaardige Rechter alleen maar vreselijk is.” Dat zei ds. M. Vlietstra zaterdag op Urk tijdens de jaarlijkse ontmoetingsdag van Bewaar het Pand.

Kerkredactie
16 September 2002 08:52Gewijzigd op 13 November 2020 23:48

De christelijke gereformeerde emeritus predikant sprak over 2 Korinthe 5. „De apostel staat nog in de volle bediening als hij de brief schrijft, maar met de verrekijker van het geloof haalt Paulus de toekomst naar zich toe. Nog een korte nacht en dan mag hij voor altijd bij de Heere zijn.”

Het is de opdracht van elke prediker om zijn hoorders tot het geloof te brengen, zei ds. Vlietstra. „Kan dat dan? Nee. Toch moeten we het proberen. Wie zelf iets weet van de schrik des Heeren tracht zijn hoorders af te houden van het verderf. Er is nog een weg ter ontkoming.”

Bent u er ook zo voor in om geroemd te worden? vroeg ds. J. M. J. Kieviet. De predikant uit Rotterdam-Kralingen sprak over Galaten 6. „We roemen zo graag in wat we zijn, hebben of doen. Deze kerk kon vandaag voller zijn. Wat denken we dan snel: mijn hart gaat er tenminste nog naar uit.”

Al wat niet uit het geloof is, is ijdel en dwaasheid, waarschuwde ds. Kieviet. „Voor Gods rechterstoel maakt het geen enkele indruk. Paulus’ roem is het kruis van Christus. Dat klinkt nog best in de oren, maar wie roemt er in een folterwerktuig, in een vloekhout?”

Zonder het kruis was alles tevergeefs, merkte de predikant op. „Daar blijkt de onaantastbaarheid van Gods deugden, Zijn onkreukbaar recht, maar ook de liefde van God voor een verloren wereld en de gewilligheid van Christus.”

Na de middagpauze sprak ds. K. Visser over de eerste twee verzen van Jesaja 65. „De Heere komt met een aanklacht die Hij tegenover die van het volk plaatst. De mensen vragen niet naar God, ze zoeken Hem niet en wandelen in wegen die niet goed zijn, maar naar hun eigen gedachten.”

Daarnaast is er in de tekst ook sprake van Gods barmhartigheid, zei de predikant uit Barendrecht. „Ik ben gevonden; ziet hier ben Ik; Ik heb mijn handen uitgebreid tot een wederstrevig volk. Dat is geen vrijblijvende opstelling.”

Kent u een vindenstijd? zo vroeg ds. Visser de aanwezigen. „We kunnen die verloren laten gaan wanneer we niet opmerkzaam zijn op de hand des Heeren in ons leven. We kunnen hem verspelen als we alleen met ons verstand denken te weten hoe God Zijn volk bekeert en er zelfs wel een uur over kunnen praten.”

Ds. K. Hoefnagel sprak over „de merkwaardige geschiedenis van de Gadareense bezetene” uit Markus 5:16 en 17. „Als de Heere de bezetene geneest, is de bevolking bang voor Hem. Bang zijn voor jezelf en voor de zonde is beter. Toch was het volk bang. Ze waren bevreesd voor grotere verliezen aan de economie. Maar ze wezen Hem af. Dat is een grote smaad. Als u Hem nooit hartelijk nodig heeft gekregen als de Redder voor uw ziel, bent u net als die Gadarenen.”

Het lijkt merkwaardig dat de Heere vertrekt als de mensen Hem dat vragen, zei de predikant uit Katwijk aan Zee. „Kan een mens Hem wegsturen? Ja, dat kan. Hij wil gewillig gediend worden. Het stond de volgende dag in de krant: 2000 zwijnen verloren gegaan, maar over die man geen woord. Laat die zwijnen toch gaan en denk aan uw onsterfelijke ziel.”

De bezetene valt na zijn genezing de Heere te voet. Hij wil bij de Heere blijven. Toch laat Jezus hem dat niet toe. „De man wordt niet afgewezen, maar aangewezen om van de grote daden Gods te spreken. In die weg zal hij de nabijheid des Heeren mogen smaken. Er is geen werk zo moeilijk, maar ook zo heerlijk als het verkondigen van het Evangelie.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer