Opinie

Plan ontslagrecht onrechtvaardig

Het kabinetsvoorstel over het ontslagrecht is slecht voor werknemers, schrijft René Paas. Het leidt tot onrechtvaardige uitkomsten, meer procedures en houdt nauwelijks rekening met persoonlijke omstandigheden.

11 September 2007 08:41Gewijzigd op 14 November 2020 05:05

Met het versoepelen van het ontslagrecht wordt geen enkel probleem opgelost. Sterker nog: het CNV is er diep van overtuigd dat het voorstel van minister Donner een groot aantal onrechtvaardigheden bevat, die onder meer de hoogte van de ontslagvergoeding betreffen. Maar de aantasting van de rechtspositie van werknemers is voor het CNV nog zwaarwegender.In het voorstel van minister Donner wordt onderscheid gemaakt tussen mensen die vanwege een reorganisatie worden ontslagen en mensen die om andere redenen worden ontslagen. De eerstgenoemden krijgen volgens de plannen geen vergoeding, ook als het financieel heel goed gaat met de onderneming die mensen ontslaat.

Een werkgever mag volgens het plan een werknemer ontslaan zonder dit ontslag vooraf te laten toetsen. Werknemers zullen dit ervaren als onrechtvaardig en naar de rechter gaan. Het voorstel leidt dus tot meer procedures. Verder biedt het voorstel ook geen mogelijkheid voor maatwerk. Het CNV verwacht dat werknemers die het niet met de uitspraak van de rechter eens zijn, sneller in hoger beroep zullen gaan.

Arbeidsverhouding
De werkgever mag volgens het plan van de minister ook zonder tussenkomst van de kantonrechter of het CWI een werknemer ontslaan. Vooraf wordt niet getoetst of de werkgever goede redenen heeft voor het ontslag. Een werknemer kan het ontslag binnen vier weken aanvechten bij de rechter. Dat is heel kort. Bovendien verstoort de rechtsgang de arbeidsverhouding met de werkgever, ook als de rechter de werknemer in het gelijk stelt.

In de plannen lijkt het alsof iedereen een ontslagvergoeding krijgt wanneer hij ontslagen wordt. Maar dat is niet zo. Een werkgever krijgt de mogelijkheid werknemers ’gratis’ te ontslaan via het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) om bedrijfseconomische redenen. In deze categorie vallen op dit moment zeven van de tien ontslagen die via het CWI worden goedgekeurd. Deze 70 procent heeft geen recht op een ontslagvergoeding. Deze grote groep zal afhankelijk zijn van afspraken die de vakbonden maken in een sociaal plan.

Juist de mensen met een gewoon middeninkomen, die zich jarenlang voor hun baas hebben ingezet en loyaal zijn geweest, worden getroffen. Het kabinet stelt voor om de ontslagvergoeding in principe te beperken tot maximaal een jaarsalaris. Hierbij geldt een maximum van 75.000 euro voor werknemers jonger dan 40 jaar en een maximum van 100.000 euro voor werknemers ouder dan 40 jaar. De vergoedingen zullen hierdoor een stuk lager zijn dan nu het geval is.

Gouden handdruk
Gouden handdrukken van topmanagers worden met de nieuwe regeling daarentegen niet aangepakt. Een voorbeeld: iemand die een jaarsalaris heeft van 300.000 euro krijgt in de voorstellen een ontslagvergoeding van 300.000 euro (recht op maximaal twaalf maandsalarissen). Aan de top worden de hoge ontslagbonussen nauwelijks aangepakt. Het is zeer de vraag of de recente uitspraken van de minister van Financiën dit gaan veranderen.

Aanpassing van het ontslagrecht zou goed zijn voor mensen die nu (nog) aan de kant staan of geen vaste baan hebben. Maar omdat de werkgever een medewerker straks kan ontslaan zonder tussenkomst van een rechter of het CWI, zullen juist zij als eerste op straat staan.

Ten slotte pakt het voorstel negatief uit voor de arbeidsmarkt. Door de afschaffing van de ontslagvergoeding wordt bij een reorganisatie de bodem onder de sociale plannen weggehaald. Werkgevers hebben geen enkele aanleiding om met vakbonden dergelijke plannen af te sluiten. In sociale plannen worden nu juist goede afspraken gemaakt over ”van-werken-naar-werktrajecten”, waardoor mensen zo veel mogelijk aan het werk kunnen blijven. De basis daarvoor valt straks weg.

Onzeker
Dit ontslagplan maakt werknemers onzeker. Een vast contract krijgt een los karakter. En werknemers met een tijdelijk contract beginnen pas na drie jaar het recht op een ontslagvergoeding op te bouwen. Dit kan er zelfs toe leiden dat werkgevers juist dat moment aangrijpen om de arbeidsrelatie te beëindigen. De werknemer staat dan alsnog met niets op straat.

Het CNV heeft bereidheid tot overleg hoog in het vaandel staan. Maar de christelijke vakbeweging legt, als het nodig is, de vinger op de zere plek. Nu zeker, want het kabinetsvoorstel ten aanzien van het ontslagrecht is onrechtvaardig en ondoordacht. Het CNV kan daarom niet anders dan het voorstel onverkort van de hand wijzen.

De auteur is voorzitter van het CNV.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer