Volgens het IGT komen predikanten, kerkenraadsleden en gemeenteleden binnen de kerk, maar ook in het contact met randkerkelijken en geïnteresseerden, steeds vaker in aanraking met „mensen die niet met één pastoraal gesprek geholpen zijn, maar langere begeleiding nodig blijken te hebben.”In reformatorische kerken bestaat grote behoefte om ervaringen met occulte belasting te delen, zegt cursusleider prof. dr. M. J. Paul, docent aan de CHE en de Evangelische Theologische Faculteit in Heverlee. „Voor veel gemeenten is dit een nieuw terrein en men wil niet direct bij evangelische gemeenten te rade gaan. Ze krijgen soms te maken met ingewikkelde praktijksituaties van occulte belasting. Er bestaat dan veel onduidelijkheid over de manier waarop ze hiermee moeten omgaan.”

Volgens dr. Paul krijgen ook steeds meer reformatorische gemeenten een pastoraal team dat zich op occulte belasting richt. „De gereformeerde gezindte is dit terrein aan het ontdekken. Wat ik merk, is dat de nood groot is. Pastorale teams die besluiten één keer per maand samen te komen, doen dat al snel één keer per week. Samen denkt men bijvoorbeeld na over de vraag hoe iemand met het occulte in aanraking is gekomen.”

De cursus, die dit najaar op vier donderdagavonden in Ede wordt gegeven, start op 11 oktober. Dan gaat CHE-docent R. J. A. Doornenbal in op het Bijbelse mensbeeld. „Er is geen terrein van hulpverlening waarop zo veel fouten worden gemaakt of zo veel excessen voorkomen als binnen het bevrijdingspastoraat”, constateert het IGT. „Deels komt dat voort uit een verkeerd mensbeeld. Daarom is het belangrijk in te gaan op het Bijbelse mensbeeld en op de verhouding tussen ziel, geest en lichaam en de plaats die het demonische daarbij inneemt.”

Dr. Paul behandelt de vraag hoe plaatselijke kerken de „dienst der bevrijding” kunnen integreren in de gemeente. „Hoe vaak gebeurt het niet dat binnen een christelijke gemeente een paar gemeenteleden met bepaalde noden geconfronteerd worden, daarvoor gaan bidden en zo spontaan een gebedsteam ontstaat dat voor bevrijding en genezing bidt. Andere gemeenteleden staan er vaak heel huiverig tegenover en het kan een bron van conflicten vormen.”

Tijdens de laatste twee avonden kunnen deelnemers schriftelijk praktijksituaties inbrengen, die vervolgens worden besproken. Het doel is om aan de hand van deze concrete voorbeelden „principes te ontdekken die voor de dienst der bevrijding opgaan.” Daarbij komt de vraag aan de orde of iemand die zich met occultisme bezighoudt altijd bevrijding nodig heeft. „Wanneer is het nodig om te bidden voor genezing en wanneer moet men iemand doorverwijzen naar arts, psycholoog of psychiater?”

De praktijkbijeenkomsten staan onder leiding van B. Broekman, pastor van de baptistengemeente Bethel in Drachten, en de protestantse predikant ds. J. Huitema uit het Friese Tzum.

Het Centrum voor Israëlstudies, waarin het IGT participeert, start op 4 oktober met een andere cursus: over de verbondenheid van christenen met Israël. Doel is het verdiepen van kennis van het jodendom en bezinning op vragen die de ontmoeting van de kerk met Israël oproepen.

De cursus in Ede duurt zes avonden. Aan de orde komt de vraag wat christenen kunnen leren van Israëls liturgie en het leven met de geboden, de verhouding van Israël en de kerk, de hoop voor Israël, Messiasbelijdende Joden, en de staat Israël.