Samenspraken over kerkelijke problemen
Samenspraken, in boeken en periodieken, zijn van alle tijden. In zijn ”Examen van tolerantie” liet Alexander Comrie bijvoorbeeld vijf theologen in tien samenspraken disputeren. In zulke samenspraken uit het verleden namen de gesprekspartners meestal vaste posities in. Die vorm is uit de tijd. Dr. Bert Loonstra bracht echter een moderne variant aan.
In ”Bekijk het eens zo” voert de christelijke gereformeerde predikant van Emmeloord gefingeerde ”dieptegesprekken over de kerk van vandaag en morgen” op. Het verschil met vroegere samenspraken is echter dat per thema andere gesprekspartners met elkaar discussiëren, zodat niet bij voorbaat voorspelbaar is welke positie ieder van hen inneemt.De auteur geeft als leesadvies niet meer dan twee gesprekken achter elkaar te lezen, omdat anders te veel overhoop wordt gehaald. Ik heb me aan dit advies niet gehouden, omdat de compositie van dien aard is dat het geheel uiterst prettig leest. Maar feit is dat een waaier van ’problemen’ aan de orde komt: het leiden van een kerkdienst, foto’s maken in de kerk, de kinderdoop, kinderen in de eredienst, de dienst der bevrijding, moderne middelen in de kerkdienst, de Tien Geboden in de gereformeerde eredienst, de kerk in een multiculturele samenleving (”boodschap aan moslims”), de basis van Schrift en belijdenis, de katholiciteit van de kerk, de verhouding van de kerk tot het Joodse volk en de diaconale taak van de gemeente.
Afhankelijk van het thema schuiven bijvoorbeeld een pastoraal werker, een psychiater, docenten, werkers in het diaconaat, maar vooral ook veel predikanten aan tafel. En wat de laatste categorie betreft: de pastores komen uit een breed palet van kerken, de Christelijke Gereformeerde Kerken, de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, de Protestantse Kerk in Nederland, maar ook uit evangelische groeperingen. Echter, ook wanneer predikanten uit eenzelfde kerk zijn gerekruteerd, is het niet allemaal koekoek één zang. Het varieert van traditioneel tot progressief, waarbij een emeritus soms vooruitstrevender, moderner of opener blijkt te zijn dan jongere collega’s.
Gespreksvragen bij elk hoofdstuk moeten helpen om in kringgesprekken de per thema uiteenlopende, vaak onderling conflicterende visies aan de orde te stellen.
Openhartig
Waar zit de auteur zelf in het verhaal? Aan het eind is een vraaggesprek met hem opgenomen, onder de titel ”Openhartig”. Heeft de gekozen gespreksvorm, waarbij de schrijver schuilgaat achter de diversiteit van meningen, te maken met „de heftige kritiek die op uw vorige boek is losgekomen?” vraagt de (anonieme) interviewer. Toch niet, zegt Loonstra. „Ik denk trouwens dat uit de meeste gesprekken wel duidelijk wordt waar mijn sympathie ligt.”
Dat is nog maar de vraag. Men zou dat bij een gesprek van drie predikanten naar aanleiding van een conferentie „uit een orthodox-gereformeerde kerkgemeenschap” over de kinderdoop bijvoorbeeld kunnen vermoeden, of bij een gesprek van drie christelijke gereformeerde predikanten naar aanleiding van een classisvergadering over ”De basis van Schrift en belijdenis”. Maar bij het thema over bevrijdingspastoraat kan men toch gaan twijfelen.
De noten aan het eind geven ook nog enige duidelijkheid. Verwezen wordt bijvoorbeeld naar ”Genade als erfgoed. Het Bijbelse recht van de kinderdoop” van ds. A. J. Mensink (hervormd in de Protestantse Kerk), maar ook naar twee eigen publicaties van Loonstra, te weten ”De geloofwaardigheid van de Bijbel” en ”Verkiezing - verzoening - verbond”.
Ten diepste gaat het Loonstra niet om zijn eigen visie, maar om „weging van argumenten” bij discussies in de gemeenten over omstreden zaken. Hij betrekt de discussies overigens toch ook wel op zijn eigen theologische oeuvre. In het begin van de jaren negentig, zegt hij, is binnen de orthodoxe theologie wel kritiek geleverd op liberale opvattingen over het gezag van de Bijbel, maar „de eigen Schriftopvatting” werd niet kritisch onderzocht. Toen hij zelf zijn boek over het Schriftgezag publiceerde, was er „hevige kritiek”, met nauwelijks „zakelijke afweging.” Daarin is, vindt hij, „gelukkig” de laatste jaren verandering gekomen.
Inhoudelijke bezinning acht hij intussen ook nodig op het thema Wet en Evangelie, met alle consequenties van dien voor dogmatiek, ethiek, prediking, pastoraat en kerkrecht. Dus met dit boekje is het laatste woord nog niet gezegd.
Communicatie
„Communiceren met anderen en daarin Gods liefde doorgeven is een belangrijk kenmerk van een levende gemeente.” Met die zin sluit het gesprek met Loonstra af. Dit boekje geeft geen gelegenheid om met de auteur zelf te communiceren. Dat hij oproept tot ”diepgaande gesprekken” over actuele thema’s is te waarderen. Wie oneliners zoekt, moet dit boekje niet ter hand nemen. Wie de communicatie zoekt, vindt hier een richtlijn, in de vorm van een eigentijdse, aansprekende samenspraak.
N.a.v. ”Bekijk het eens zo. Dieptegesprekken over de kerk van vandaag en morgen”, door dr. Bert Loonstra; uitg. Boekencentrum, Zoetermeer, 2007; ISBN 978 20 239 2210 0; 140 blz.; € 12,90.