Nog elk jaar komen er -toekomstige- monumenten bij. De jongste bouwwerken die in het boek zijn opgenomen laten immers zien dat Nederlandse architecten tot op de dag van vandaag weten wat -vernieuwend- bouwen en ontwerpen is. Ook die gebouwen zullen voor het nageslacht bewaard moeten worden.Het overzichtswerk -in een handzaam formaat- geeft een terugblik op duizend jaar architectuur, gegroepeerd rond acht thema’s: geloof, op het land, macht, werk, wonen in de stad, infrastructuur, zorg en onderwijs en ontspanning. Dat is een heldere indeling.

Binnen de themahoofdstukken is in grote lijnen voor een chronologische volgorde gekozen. Elk bladzijde bevat een nieuw object, dat kort beschreven is. Zo komen circa 350 bouwwerken aan bod, variërend van het Zeeuwse Fort Rammekens tot het puisterige woonzorgcomplex Oklahoma in Amsterdam en van het oude huis De Haan in Zierikzee tot de stuw bij Hagestein en de Erasmusbrug. Ook de bekende voorbeelden van de Nederlandse architectuur hebben een plaatsje gekregen, zoals de Westerkerk en de Beurs van Berlage, beide in Amsterdam, en het Hilversumse gemeentehuis van architect Dudok. Om deze klassiekers konden de auteurs niet heen. Toch hebben ze ook mooie onbekende voorbeelden van stijlen en stromingen weten vast te leggen.

Fotowerk in architectuurboeken is zeker zo belangrijk als de tekst. In het nu verschenen overzicht is er dan ook veel aandacht aan besteed door Jan Derwig, een bekende architectuurfotograaf. Hij moet voor dit boek heel wat kilometers hebben gemaakt.

De keuze voor een overzicht van een periode van 1007 jaar architectuur is wat vreemd. Geef het boek met deze titel in 2000 uit of spreek in de titel van een millennium Nederlandse bouwkunst.

N.a.v. ”De Nederlandse architectuur. 1000-2007”, door Mariëlle Hageman (tekst) en Jan Derwig (foto’s); uitg. Thoth, Bussum, 2007; ISBN 978 90 6868 448 2; 384 blz.; € 14,90.