Nawijn steunt EU-fonds voor terugkeer illegalen
Nederland steunt een Frans voorstel voor een Europees fonds om de terugkeer van illegalen en uitgeprocedeerde asielzoekers te vergemakkelijken. Het zou moeten gaan om een fonds van 300 miljoen euro per jaar, voor steun aan ontwikkelingslanden om hun eigen onderdanen terug te nemen.
Dat heeft minister Nawijn (Immigratie en Integratie) vrijdag gezegd na overleg met zijn EU-collega’s in Kopenhagen. De Franse minister van Binnenlandse Zaken, Sarkozy, lanceerde zijn plan vrijdag in Kopenhagen. Nawijn noemt het een „goed voorstel.” Grootste probleem bij gedwongen terugkeer van illegalen en uitgeprocedeerden is vaak dat zij geen documenten meer hebben en dat hun eigen landen niet meewerken. De LPF-bewindsman denkt door gezamenlijke Europese afspraken de eigen landen beter onder druk te kunnen zetten. Ook de invoering van een Europees doorgangsbewijs (laissez-passer) zou het probleem van het ontbreken van documenten kunnen oplossen.
Momenteel is er een klein Europees fonds van 40 miljoen euro voor de begeleiding van vluchtelingen of asielzoekers die vrijwillig terugkeren. Volgens de woordvoerder van Europees commissaris Vitorino (Justitie) is er nog geen bedrag genoemd voor een fonds voor personen die gedwongen moeten terugkeren. Nawijn zegt echter dat het gaat om een bedrag van 300 miljoen euro.
Volgens de Europese Commissie, het dagelijks EU-bestuur, is voor de opzet van zo’n fonds ook een algemene erkenning van alle EU-lidstaten van elkaars uitzettingsprocedures nodig. De commissie zal in november met voorstellen hiervoor komen. Nederland werkt volgens Nawijn al intensief samen met België en Frankrijk bij de uitzetting van illegalen en vrijwilligers voor terugkeer. Zo charteren de drie landen daarvoor gezamenlijk vliegtuigen.
De Nederlandse bewindsman stelt dat alle lidstaten momenteel grote problemen hebben met de terugkeer van illegalen. Vooral de Noord-Afrikaanse landen werken daar niet aan mee. Via Europese en bilaterale verdragen tussen landen onderling wil Nawijn die gedwongen terugkeer soepeler laten verlopen. Zo sluit Nederland daarover binnenkort een akkoord met Algerije.
Nawijn steunt het idee van de hoge commissaris voor de vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR), Lubbers, om het begrip vluchteling in de toekomst iets ruimer te omschrijven, teneinde in alle EU-landen en daarbuiten ook personen om humanitaire redenen op te kunnen nemen.
Nawijn wil deze verruiming echter toch vrij strikt omschrijven, om te voorkomen dat er al te veel nieuwe asielaanvragen binnenkomen. De bedoeling van Lubbers is weliswaar een iets ruimere omschrijving van het begrip vluchteling, maar daardoor kunnen economische asielaanvragers zich helemaal niet meer op een officiële status beroepen.
Volgens Nawijn hebben zijn Europese collega’s allemaal met hetzelfde probleem te kampen, dat „het einde van de spankracht van de samenleving in zicht is” als het gaat om het opnemen van nog meer asielzoekers. Hij ziet Denemarken uiteindelijk als voorbeeld voor het Nederlandse asielbeleid. Denemarken weigerde vorig jaar weliswaar maar 47 procent van de asielaanvragen, tegenover 70 procent in Nederland, maar de Denen laten naar verhouding erg weinig aanvragers tot de officiële procedures toe. Nawijn: „Daarmee help je uiteindelijk het best de kleine groep die de steun echt nodig heeft”.