Hongaarse predikant in opspraak
BOEDAPEST - Een predikant van de Hongaars Gereformeerde Kerk is in opspraak gekomen omdat hij een „zegen” zou hebben uitsproken over een omstreden paramilitaire organisatie. De Hongaarse kerk heeft aangekondigd een onderzoek in te stellen naar de handelwijze van de predikant, zegt bisschop Istvan Szabo desgevraagd.
De predikant, ds. Tamas Csuka, „zegende” vorige maand tijdens een speciale inwijdingsceremonie ongeveer vijftig nieuwe leden van de omstreden Magyar Garda (Hongaarse Garde). Tijdens de ceremonie in het Boedakasteel in Boedapest droegen de paramilitairen zwarte uniformen. Volgens de Federatie van Hongaars-Joodse Gemeenschappen droegen zij dezelfde uniformen als de fascisten tijdens de Tweede Wereldoorlog. In die oorlog kwamen 600.000 Hongaarse Joden om.Tijdens de bijeenkomst in het kasteel -de oude zetel van Hongaarse koningen- zwaaiden aanhangers van Magyar Garda met Arpadvlaggen, die gebruikt werden door het naziregime van Hongarije. Ds. Csuka gaf zijn zegen over de Magyar Garda en prees de omstreden symbolen: „Moge Gods zegen zijn over de mensen onder deze vlaggen,” zei hij. „Ik bid dat deze vlaggen gevreesd worden door eenieder die probeert om Hongarije financiële, geestelijke of fysieke schade te berokkenen.”
Niet alleen de Hongaarse kerk, ook het Hongaarse ministerie van defensie wil een onderzoek instellen naar ds. Csuka. Volgens het ministerie was Csuka vroeger werkzaam als brigadier-generaal in het Hongaarse leger.
De Magyar Garda werd opgericht door de ultrarechtse partij Jobbik (Beweging voor een beter Hongarije), die bekendstaat om haar antisemitische uitspraken. Jobbik ontkent dat Magyar Garda extremistisch is. Het zou gaan om een groep die „niet meer wil dan het verdedigen van Hongaren en de Hongaarse natie.”
Het is niet de eerste keer dat de Hongaarse Gereformeerde Kerk, de tweede grootste denominatie van Hongarije, onder druk staat wegens antisemitisme. In 2001 riep de predikant Lorant Hegedus in het blad van de ultrarechtse Partij voor Gerechtigheid en Leven op om Hongaarse Joden te „verwijderen uit de Hongaarse christelijke natie.” „Als we dat niet doen, nemen zij onze plaats in”, zo schreef de predikant.
Lorant kreeg aanvankelijk een voorwaardelijke gevangenisstraf van achttien maanden. In hoger beroep kreeg hij vrijspraak omdat hij „geen misdaad” zou hebben begaan. De uitspraken van de predikant werden later veroordeeld door de Hongaarse Gereformeerde Synode.