Het kabinetsberaad over de begroting voor volgend jaar werd de afgelopen dagen gedomineerd door drie belangrijke punten: koopkrachtherstel voor minima, investeringen in probleemwijken en de financiering van de missie in Uruzgan.Over compensatie van het dreigende koopkrachtverlies van de laagstbetaalden heeft het kabinet inmiddels afspraken gemaakt. Welke dat zijn, is nog niet duidelijk. De investeringen in de veertig probleemwijken zijn ook geregeld. De woningcorporaties gaan vanaf volgend jaar vennootschapsbelasting betalen over hun volledige winst. Op die manier komt over een periode van vier jaar 1,8 miljard euro binnen die minister Vogelaar voor Wonen, Wijken en Integratie kan investeren in de probleemwijken.

Over de financiering van de missie in Uruzgan is nog niets bekend. Oppositiepartij VVD heeft voorgesteld daarvoor geld te halen uit de pot voor ontwikkelingssamenwerking. De coalitiepartijen CDA, PvdA en ChristenUnie zijn daar faliekant tegen.

Bij de besprekingen over de begroting voor volgend jaar is ook de algemene heffingskorting ter sprake gekomen. In het regeerakkoord staat dat dat belastingvoordeel voor niet-werkende partners over een periode van twintig jaar geleidelijk wordt afgebouwd. Gezinnen met kinderen jonger dan zeven jaar worden daarvan uitgezonderd. Met name de ChristenUnie heeft veel moeite met de geleidelijke afschaffing van de overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting.

In een poging de bezuinigingspijn gelijkelijk over de drie coalitiepartijen te verdelen, hebben premier Balkenende en minister Bos van Financiën voorgesteld om ouders met kinderen jonger dan zeven jaar niet langer uit te zonderen. ChristenUnievicepremier Rouvoet heeft daartegen geprotesteerd. Hoogstwaarschijnlijk blijft de uitzondering voor ouders met kinderen jonger dan zeven jaar bestaan, maar echt duidelijk wordt dat pas op Prinsjesdag.