De twee lampen van de staatsman. Beschouwingen over politiek
Voor de meeste mensen zou hun hoogste doel zijn bereikt met Europees commissaris te worden. Maar Frits Bolkestein gebruikte ’Brussel’ als voorbereiding op wat daarna zou komen. Hij wilde namelijk een boek schrijven over de intellectuele grondslagen van de politiek.
Als Eurocommissaris heb je zekere voorrechten. Onder meer dat je ambtenaren kunt vragen voor taken die strikt genomen niet met het werk te maken hebben. Zo benoemde Bolkestein in 2000 drs. Joshua Livestro om artikelen en toespraken voor hem te schrijven en een bibliotheek aan te leggen, zo schreef de jonge conservatief vorig jaar in HP/De Tijd. Zo deed Churchill het trouwens ook. Inmiddels is Bolkestein benoemd tot deeltijdhoogleraar in Leiden en Delft over hetzelfde onderwerp. Dat geeft het komende hoofdwerk van de liberale politicus dus nog meer statuur.De teksten die Livestro en enkele anderen voor Bolkestein schreven, zijn gebundeld in ”De twee lampen van een staatsman”. Deze titel roept associaties op met de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Die heeft het immers ook over twee lichten, namelijk dat van de natuur en van de schriftuur.
Maar de liberale Bolkestein bedoelt iets anders. De twee lampen voor de staatsman zijn de geschiedenis en de rede. Meer is er niet. Maar dit is ook genoeg. Ruimschoots, voor Bolkestein in elk geval. Iedereen die het anders ziet, wordt met een oorvijg in de hoek gezet.
Welvaart
Een van de meest terugkerende thema’s is die van het marktprincipe. Elke macht (meestal een overheidsmacht) die het vrije aanbod en de vrije vraag verstoort, komt bedrogen uit. Elke economie „die de wetten van de vrije markt negeert, genereert gevolgen die men kan samenvatten als: niet sociaal, niet ecologisch, niet democratisch”, stelt Bolkestein. De vrije markt creëert niet alleen welvaart, maar brengt ook andere vrijheden, zoals de democratie.
Bolkestein is niet tegen de verzorgingsstaat, maar blijft ook niet zonder kritiek daarop. Een „knuffelstaat” die een werkloosheid van 12 procent (Duitsland) normaal vindt, is niet sociaal. Een recht op luihuid bestaat er niet. Een klein baantje brengt altijd meer voldoening dan een riante uitkering.
Belangwekkend is wat hij in dit licht zegt over het mensbeeld. De verzorgingsstaat gaat te veel uit van het „goede in de mens.” Maar dat is niet verkeerd. „Goede wetgeving gaat niet uit van ficties en idealistische mensbeelden. Zij houdt rekening met de menselijke natuur zoals die is.” Jammer genoeg is de mens niet ideaal en de wereld dus ook niet.
Op deze punten toont Bolkestein zich meer conservatief dan liberaal. Als VVD-leider uitte hij zich -in een gesprek met deze krant- in 1998 eens veel optimistischer over de zedelijke gesteldheid van de mens.
Het blijft natuurlijk de vraag of ook het marktprincipe niet uitgaat van de ideale en weldenkende consument. Laten we vooral blij zijn met de vrijheid van drukpers. Maar als je ziet wat de commercie er soms van maakt, weet je dat ook het marktbeginsel niet ideaal is.
Vooruitgangsgeloof
De oud-VVD-leider geniet ervan te spotten met ’eurofielen’. Vooral Nederland vindt het prima nettobetaler te zijn omdat Europa „wat mag kosten.” Een aanpak op EU-niveau is immers in zichzelf al beter dan nationaal beleid. Wie de Brusselse taken wil beperken, krijgt het verwijt „anti-Europees” te zijn. „In Nederland wordt niemand van anti-Nederlandse opvattingen beticht omdat hij wil dat de staat minder doet - dat zouden we ongepast vinden. In Europa gebeurt dat echter wel”, aldus de oud-commissaris.
Interessant zijn ook Bolkesteins historisch-filosofische beschouwingen. Over het gevaar van het liberale vooruitgangsgeloof, dat de geschiedenis (de ene lamp van de staatsman) feitelijk irrelevant maakt. En over het nationalisme dat in de negentiende eeuw opkwam als een reactie op het (internationale) socialisme. In de jaren dertig van de twintigste eeuw gingen deze twee een huwelijk aan in het nationaalsocialisme. Deze „explosieve nieuwe doctrine” combineerde de „dwang van het socialisme met de strijdbaarheid van het nationalisme.” Bolkestein betreurt het dat na de Tweede Wereldoorlog alleen het nationalisme als schuldige is aangewezen en niet het socialisme.
Het boek beperkt zich niet tot beschouwingen over politiek, zoals de ondertitel zegt. Het varieert van een opstel over hoe je het best kunt studeren tot een verhaal over moderne kunst. Daarin keert de auteur zich tegen het artistiek snobisme dat zo nodig taboes moet verbrijzelen. „Is de goegemeente soms niet wakker?” Een „losse koeienkop vol maden” en „een onopgemaakt bed met gebruikte condooms” roepen bij het „burgermannetje” Bolkestein alleen maar weerzin op. Hij vindt dat kunstenaars zich moeten beperken tot het weergeven van wat zij „met hun geestesoog” zien.
Qua toonzetting zijn deze beschouwingen meestal sterk Bolkesteins; uitdagend en uit de hoogte. Maar ze zijn altijd inhoudelijk en doortimmerd. Voor velen is het vast en zeker een boek dat smaakt naar meer, namelijk naar het magnum opus van de hoogleraar dat nog moet verschijnen. We zijn benieuwd.
N.a.v. ”De twee lampen van de staatsman. Beschouwingen over politiek”, door Frits Bolkestein; uitg. Bert Bakker, Amsterdam, 2006; ISBN 90 351 2934 2; 320 blz.; € 22,50.