Servicebureau als schild voor zendelingen
„Het lijkt wel of mensen bang zijn voor de zending, angst dat ze door God worden gevraagd om uit te gaan en alles achter zich te laten.” Corrie van der Kooi is in haar vrije tijd wekelijks heel wat uren bezig met zending. Samen met anderen runt ze in het Friese Harkema een soort servicebureau voor zendelingen, ”Schild van Geloof”. Ze zorgt ervoor dat vijf zendingsechtparen uit Friesland het werk kunnen doen waarvoor ze zich geroepen weten: het uitdragen van het Evangelie.
Van der Kooi werkte tussen 1989 en 1992 voor ZOA Vluchtelingenzorg in Honduras. Toen ze daar allerlei occulte zaken tegenkwam en hierop eigenlijk geen duidelijk antwoord had, wilde ze zich theologisch scholen. In Texas deed zich een gelegenheid voor. Ze mocht één jaar bijbelschool volgen bij een kerk, samen met twee andere meisjes die voor de ZOA werkten.
Van het een kwam het ander. Toen haar project in Honduras afliep en twee van haar collega’s doorgingen in de zending, vertrok Corrie in haar eentje naar Nederland. „Zij gingen naar Bolivia en India. Ze hebben mij toen gevraagd voor hun achterban te gaan zorgen. Ik heb dat in het gebed gebracht en gezegd: „Heere God, als ik dat moet doen, wilt u mij dan ook het geld ervoor geven?” Toen ik ergens had gesproken op een vakantiebijbelschool voor kinderen, was de opbrengst ten bate van mijn plan zo groot dat ik het advies kreeg onmiddellijk een organisatie op te zetten. Dat heb ik toen meteen gedaan.”
In de leiding van de vakantiebijbelschool zat een man die vroeg wat Corrie van plan was nu zij terug was in Nederland. „Ik heb hem verteld over Schild van Geloof. En dat ik nog wachtte om ermee te beginnen. Een paar dagen later belde hij met de vraag wat het rekeningnummer was van Schild van Geloof, want er was iemand die een grote gift wilde geven. Wij hadden nog geen rekeningnummer, maar op een dorp kan dat binnen een kwartiertje worden geregeld.”
De naam ”Schild van Geloof” is ontleend aan Efeze 6:16. Van der Kooi: „Het geloof is een muur om je heen en beschermt je tegen de vijand. Wij willen ook een schild van geloof zijn voor de zendelingen die ver weg hun werk doen.”
Op dit moment gaat er zo’n 50.000 euro in de organisatie om. De stichting krijgt het geld van de verschillende vriendenkringen en beheert daarmee andermans geld voor de zendelingen. Het bureau behartigt allerlei administratieve en financiële zaken van de vijf zendingsechtparen die worden geholpen, allen afkomstig uit Friesland. Ze werken in Roemenië, Bolivia, Zuid-Afrika en India.
Tijdens het gesprek is ook het echtpaar Tlana en Betty Fanai uit India aanwezig. Ze zijn met hun zoontje Ruben op doorreis naar Zuid-Afrika, waar ze, evenals in India, hulp verlenen aan weeskinderen met aids. Ze werken voor Jeugd met een Opdracht.
Schild van Geloof probeert met zijn ondersteunende activiteiten veel extra werk uit handen van de zendelingen te nemen. „Ze leven vaak in landen waar de communicatie moeilijk verloopt. Allerhande zaken kunnen dan gemakkelijker via het thuisland worden geregeld. Het betreft bijvoorbeeld het betalen van een rekening, het verzorgen van verzekeringen, het kopen van tickets, de ondersteuning van giftenwerving, het sturen van rondzendbrieven aan het thuisfront, of, zoals ook een keer is voorgekomen, het kopen van een viskoffer, nodig voor het vervoer van medicijnen.”
Vaak zijn het heel concrete en praktische zaken, zegt Van der Kooi. „Hoofddoel is dat wij veel dingen voor hen regelen, zodat zij de handen meer vrij hebben om het Evangelie te verkondigen. Met de zendelingen tekenen we ook een samenwerkingsovereenkomst, zodat we weten waar we aan toe zijn.”
Van der Kooi heeft de indruk dat haar bureau uniek is in Nederland. „Ik heb wel gehoord dat er iets dergelijks is in Utrecht, maar daar blijft het bij.” Schild van Geloof is aangesloten bij de Evangelische Zendingsalliantie (EZA). Die geeft bijvoorbeeld allerlei nuttige informatie door over de desbetreffende zendingslanden en weet ook hoe andere zendingsorganisaties opereren als er zich moeilijke situaties voordoen. Corrie wil verder benadrukken dat ook geestelijke hulp wordt gegeven in de vorm van bemoediging, het sturen van kaarten en het meeleven in gebed.
De ’kleur’ van het bureau en de drie vrijwilligsters is evangelisch. Van der Kooi is lid van de vrije baptistengemeente in Drachten, waaraan ds. O. Bottenbley is verbonden. De gemeente doet veel aan zending, zoveel zelfs dat Van der Kooi niet precies weet hoeveel zendelingen er zijn uitgezonden.
Van der Kooi weet welke problemen er kunnen ontstaan op het zendingsveld. „Het is vaak een strijd. In Nederland kun je in het middelpunt staan, maar in het buitenland val je wel gauw van je voetstuk. Het komt wel op je af als je voortdurend door de modder moet ploeteren, bloedzuigers zich aan je vasthechten, je huis wordt bekogeld en kinderen steeds ziek zijn.”
Ook voor gezinnen valt het werk niet altijd mee, zegt ze, temeer als ouders vanwege de scholing van de kinderen weer terug (moeten) komen. „Maar kinderen kunnen mensen ook met elkaar in contact laten komen. Het zijn goede binnenkomers.”
Van der Kooi hoopt dat meer mensen iets met zending krijgen. Ze erkent dat een roeping voor de zending in evangelische kring soms anders ligt dan in gevestigde kerken, waar sprake is van een sollicitatie op een vacature. Maar het gemeenschappelijke overheerst volgens haar. „Het is altijd nodig goed te weten of zending je roeping is. Je kunt wel vrijblijvend ergens naar toe gaan om te kijken of het iets voor je is. Ik zou jongeren daarom willen adviseren eens een paar weken naar een zendingsgebied te gaan. Al zou je dan na enkele jaren in de zending toch tot de ontdekking komen dat het eigenlijk niet iets voor je is, heb je er toch meer vrede mee. Je hebt dan niet het onbestemde gevoel dat je gehad zou hebben als je niet gegaan was.”