Vaak in de frisse buitenlucht
NUNSPEET - Hij werkt al 26 jaar bij de gemeente Nunspeet, maar negatieve reacties op zijn baan als ambtenaar heeft Henk Aarten (48) nog nooit gehad. „We proberen ons werk serieus te doen. Ik denk dat dat wordt gezien.”
Sommige ambtenaren komen bijna niet van hun stoel af, maar dat is bij Aarten niet het geval. Als opzichter groen bij de gemeente Nunspeet werkt hij alleen ’s ochtends op kantoor. ’s Middags is hij vaak in de frisse buitenlucht. „Ik breng een bezoekje aan mijn collega’s, zoals plantsoenmedewerkers en boomverzorgers, om te vragen hoe het gaat en om hen eventueel bij te sturen.”Ook gaat Aarten langs bij burgers die een klacht of vraag hebben doorgegeven over bijvoorbeeld een gebroken tak of een kapotte lantaarnpaal. „Een telefoontje zet soms mijn hele dagplanning op z’n kop. Soms is er wat met een dier bij de hertenparken in het dorp. Dan moet ik daar onmiddellijk naar toe.”
Van jongs af aan was de Nunspeter graag buiten aan het werk. „Mijn vader had een groentetuin. Vaak hielp ik hem daarbij.” Als in 1981 een functie bij de plantsoenendienst van de gemeente Nunspeet vrijkomt, denkt Aarten niet lang na. „Ik ga graag met mensen om en houd ervan de boel netjes te houden. Bovendien wilden mijn vrouw en ik graag in Nunspeet wonen.” In de jaren daarna werkt Aarten zich op tot opzichter.
Af en toe steekt Aarten zelf de handen uit de mouwen, zoals na de storm die hotel De Mallejan in Vierhouten eind juli trof. „Alle omgewaaide bomen moesten we in kleine stukjes zagen. Dat was een hele klus waar we wel drie dagen mee bezig zijn geweest. Na de storm in januari waren we zelfs een week in touw om de ravage op te ruimen. Op zulke momenten is mijn werk behoorlijk hectisch.”
(hier witregel)Met name plantsoenmedewerkers kampen met een negatief imago, erkent Aarten. „Ze zouden slecht worden betaald, liever lui zijn dan moe en lange pauzes hebben. Dat beeld stamt van 25 jaar geleden. Toen moesten de medewerkers lopend van de ene kant van het dorp naar de andere kant. Daar deden ze soms wel een uur over. Overal hadden ze koffieadresjes. Nunspeet was nog klein en iedereen kende elkaar.”
Daarnaast verwarren veel mensen de buitenambtenaren met medewerkers van de sociale werkplaats, zegt de opzichter. „Die hebben natuurlijk een ander werktempo.”
De Veluwenaar wijst het idee dat ambtenaren slecht worden betaald resoluut van de hand. „In vergelijking met de particuliere sector is ons salaris heel redelijk.”
Dat hij ook wel eens op zondag moet werken, vindt Aarten, die behoort tot de gereformeerde gemeente van Nunspeet, geen nadeel. „Ik heb slechts een keer in de drie weken dienst. Dan verzorg ik de dieren in het hertenpark. Verder moet ik ’s winters wel eens strooien op zondag. Voor mij zijn dat werken der noodzakelijkheid.”
Over vertrekken denkt Aarten nog lang niet. „Dit is voor mij de mooiste functie: de helft van de tijd werk ik op kantoor, de andere helft ben ik buiten aan de slag. We hebben onze afdeling lekker op de rit. Ik heb leuke collega’s. Dit wil ik tot m’n pensioen doen.”