Minder afgevaardigden naar classis
In de toekomstige verenigde SoW-kerk hoeft elke gemeente slechts één afgevaardigde te sturen naar de classicale vergadering. Dit staat in de nieuwe ordinantietekst over de ambtelijke vergaderingen die de synodeleden donderdag ontvingen. De verandering is bedoeld om de druk op ambtsdragers te verminderen.
De triosynode moet van enkele ordinanties (uitvoeringsbepalingen bij de kerkorde) de tekst nog definitief vaststellen. De mindere kerkelijke vergaderingen hebben hun visie inmiddels gegeven. Het overgrote deel van de ordinantieteksten is in november en in mei in zogeheten tweede lezing vastgesteld.
In de ordinanties over de ambtelijke vergaderingen (4), de vermogensrechtelijke aangelegenheden (11) en de opleiding en vorming van predikanten (13) moet echter in verband met ingrijpende synodebesluiten zo veel gewijzigd worden dat in november een nieuwe eerste lezing wordt vastgesteld en de classicale vergaderingen opnieuw de gelegenheid krijgen zich uit te spreken over de veranderingen. De nieuwe voorstellen zijn donderdag bekendgemaakt.
Nieuw is bijvoorbeeld dat een kerkenraad, een college van kerkrentmeesters of een college van diakenen kan besluiten bepaalde taken samen met andere gemeenten uit te voeren. Hiervoor moet dan een gezamenlijke commissie worden opgericht.
Een nieuwe taak voor classicale vergaderingen wordt het bevorderen van de saamhorigheid en de gezamenlijke bezinning van de predikanten door hen samen te brengen in werkgemeenschappen.
Dit laatste is een nieuw fenomeen, dat komt naast al eerder voorgestelde ringverbanden, waarin gemeenten op verzoek van hun kerkenraad worden samengebracht. Deze dienen tot onderlinge opbouw. Dit gebeurt onder meer door zich gezamenlijk te bezinnen op vragen die in deze gemeenten leven met betrekking tot het leven en werken van de kerk en de gemeenten.
Een werkgemeenschap van predikanten bestaat uit predikanten die in een bepaald gebied wonen of werken. De taak is onder andere de onderlinge opbouw van het geestelijk leven van haar leden met het oog op het werk waarmee zij zijn belast, het bevorderen van pastorale zorg voor haar leden en gezamenlijke bestudering van thema’s die van belang zijn voor het werk van de predikant.
Verder krijgt het breed moderamen van de classicale vergadering de bevoegdheid de taken van een kerkenraad geheel of gedeeltelijk te laten verrichten door gedelegeerden als er in een kerkenraad of gemeente spanningen optreden die het functioneren van de kerkenraad ernstig belemmeren. Hiervoor is wel goedkeuring van de generale synode nodig. Deze situatie mag maximaal twee jaar duren.
De preses en de assessor van de synode worden voortaan voor een periode van vier jaar gekozen; de andere twee moderamenleden voor de periode van één jaar. Er moeten ten minste twee predikanten in het kerkbestuur zitten. Ook de scriba, gekozen uit de predikanten van de kerk, wordt voor vier jaar gekozen. Die is eenmaal herbenoembaar.
De classicale vergadering vaardigt twee ambtsdragers uit de classis af naar de synode. Nergens staat dat het ambtsdragers uit haar eigen midden moeten zijn. Kennelijk kunnen in de toekomst personen deel uitmaken van de synode zonder dat zij lid zijn van een classicale vergadering.
In de ordinantie staat ook wat de taak is van de nieuw op te richten raad van advies voor het gereformeerd belijden. Tot de vorming van deze raad is besloten naar aanleiding van de voorstellen die bezwaarden hebben ingediend in het kader van de motie-De Visser/Van Heijst.
De taak van de raad wordt het desgevraagd adviseren van de generale synode inzake die aangelegenheden die het gereformeerd belijden raken. Ook kan de raad desgevraagd andere ambtelijke vergaderingen of organen van de kerk adviseren met het oog op de voortgaande bezinning op vragen van geloven en kerk en het belijdend gesprek binnen de verenigde kerk. Verder gaat de raad zo nodig, op verzoek van de generale synode, contacten onderhouden met andere kerken van gereformeerd belijden alsmede met daarmee verwante organisaties.
Voordat de raad advies uitbrengt aan de synode moet hij overleg hebben met de generale raad van advies. De mogelijkheid van ongevraagd adviseren wordt niet genoemd.
De regels voor vermogensrechtelijke aangelegenheden (ordinantie 11) zijn op een aantal punten gewijzigd. Het blijft zo dat een meerderheid van het college van kerkrentmeesters ouderling moet zijn. De ouderling-kerkrentmeester kan nu echter worden vrijgesteld van de herderlijke zorg en van het toerusten van de gemeente tot het vervullen van haar pastorale en missionaire roeping.
Ook kregen de synodeleden een nieuwe tekst van ordinantie 13 over de opleiding en vorming van predikanten. Daarin zijn enkele synodebesluiten van de afgelopen jaren verwerkt. Zo noemt de ordinantie nu alleen nog de Theologische Universiteit van Kampen en de universiteiten van Leiden en Utrecht als instellingen waar de opleiding tot predikant plaatsvindt. Het wordt mogelijk, zo blijkt uit de nieuwe tekst, dat een theologisch kandidaat bij de toelating tot het ambt een bijzondere verbondenheid met de belijdenisgeschriften van de gereformeerde dan wel de lutherse traditie uitspreekt. Om zo’n toevoeging aan de zogeheten proponentsformule moet de kandidaat dan wel verzoeken.