„Gelovige is vrij van geboden uit Thora”
KESZTHELY - „Sommige Messiasbelijdende leiders beklemtonen dat leven volgens de Thora normatief is voor Messiasbelijdende Joodse gemeenten. Gods kinderen verkeren echter niet meer onder de verplichting van Mozes’ wet.”
Dat zei ds. Jim Congdon van de Topeka Bible Church in Kansas (VS) woensdag tijdens de internationale conferentie van de Lausanne Consultation of Jewish Evangelism (LCJE) in het Hongaarse Keszthely.„Houden of niet houden? Dat is de vraag”, aldus Vladimir Pikman, directeur van de messiaanse organisatie Beit Sar Shalom in Duitsland. Hij meent dat het Evangelie niets zegt over het al of niet houden van de -door gereformeerden als ceremonieel getypeerde- geboden uit de Thora. Pikman zocht dus een andere invalshoek voor een antwoord op de gestelde vraag.
Zelfs niet-religieuze Joden identificeren zich doorgaans met de Joodse cultuur, aldus Pikman. Daar hoort bijvoorbeeld de besnijdenis bij. Bovendien leeft onder Joden de veronderstelling dat niet-Joden altijd Joden vervolgen. Daarom pleit Vladimir Pikman voor interculturele communicatie op de manier van incarnatie. Pikman: „Zoals de Heere Jezus voor 100 procent Jood is geworden, zo dient ook een evangelist zich als het ware te laten incarneren in de cultuur van de groep mensen die hij met z’n boodschap wil dienen.”
Bij die wijze van werken past het volgens hem niet te zeggen dat Joden verkeren onder het „juk van dienstbaarheid.” Zo ervaren zij het zelf niet. „Denk er bij het begrip vrijheid vooral aan zo iemand ook te beschouwen als vrij om de wet te houden.”
Ds. Jim Congdon beriep zich op Romeinen 10:4 en Mattheüs 5:17-48. „Jezus zegt in die laatste passage dat Hij de nieuwe, de levende Thora is, de verwerkelijking van het Oude Testament, de voltooiing van de wet van Mozes. In Christus kwam de wet tot zijn doel.” Ds. Congdon: „Juist zo, in Hem, gaat er geen tittel of jota van de wet voorbij.”
De Amerikaanse predikant verwees onder andere naar de verheerlijking op de berg. „Op de Sinaï openbaart God Zichzelf met het: „Ik ben Jehova”, maar op de berg der verheerlijking introduceert God Zijn Zoon en zegt Hij: „Luister naar Hem.””
Overigens beschouwt ds. Congdon ook de decaloog als vervuld. De Amerikaan onderschrijft echter ook dat de apostel Paulus van de gelovigen verwacht dat ze instemmen met de Tien Geboden. „Zij doen echter de wet niet, maar vervullen deze wanneer ze wandelen door de Geest in liefde.”
Niet iedereen binnen de LCJE zit theologisch op één lijn. De aangesloten organisaties kunnen elkaar geen verplichtingen opleggen. De gedelegeerden wisselen echter zeer veel informatie uit. Zo was er sprake van rapportages over het brengen van het Evangelie aan Joden in landen zoals Australië, Bulgarije, Hongarije, Japan, Kazachstan, Oekraïne, Oezbekistan en de Verenigde Staten.
Pikman vertelde zijn verhaal over Duitsland. In het begin van de jaren negentig leefden er ongeveer 30.000 Joden. Van hen behoorden er nauwelijks honderd tot de categorie van Messiasbelijdenden. Van een gemeente van Messiasbelijdende Joden was geen sprake. Toen het IJzeren Gordijn openging, had dat de komst van een grote groep Russische Joden tot gevolg. Duitsland telt nu meer dan 250.000 Joden. Ten minste 5000 van hen belijden dat Jezus de Messias is. Ongeveer duizend komen er apart bijeen. De overigen hebben zich bij bestaande christelijke kerken aangesloten.
Overigens ging het bij de bedoelde rapportages niet slechts om cijfers. Soms kwamen ook boeiende details aan de orde. Bijvoorbeeld over een Jood van 95 jaar die vol overtuiging toetrad tot het christelijk geloof.
Verder blijkt dat vooral in de Orthodoxe Kerken in Oost-Europa er nog steeds nadrukkelijk anti-Joodse geluiden klinken. Tal van kerken en christenen moeten ook weinig hebben van Messiasbelijdende Joden. Soms is er zelfs sprake van antisemitische tendensen.
Susan Perlman, de Amerikaanse communicatiedeskundige van de Messiasbelijdende beweging Jews for Jesus, ging in haar bijdrage in op de betekenis van de media. De seculiere wereld ziet het belang ervan in om op die manier zijn boodschap overal te krijgen, zei ze. „Wij hebben een machtig stuk gereedschap om de boodschap van alle tijden, het goede nieuws van Jezus, te verspreiden.”
Perlman vertelde hoe ze door een artikel in Time Magazine -„dat overigens een totaal onjuist beeld van de Heere Jezus schetste”- interesse kreeg in het christelijk geloof. Zo kunnen media ook antwoord geven op de brandende vraag: „Wat moet ik doen om zalig te worden?” aldus de communicatiedeskundige.