Verzoening voor Jood en Arabier
KESZTHELY - „Ik wil een boodschap van verzoening en heil in Christus brengen voor Joden en Arabieren.” Dat was maandagavond de boodschap van de Messiasbelijdende Jodin Judith Mendelsohn Rood tijdens de achtste internationale conferentie van de Lausanne Consultation of Jewish Evangelism (LCJE) te Keszthely in Hongarije.
In Keszthely aan het Balatonmeer komen deze week meer dan 160 mensen uit de hele wereld bijeen. Zij bezinnen zich door middel van ontmoeting en lezingen op de roeping om aan Joden bekend te maken dat Jezus van Nazareth de Messias is. Tachtig jaar geleden hielden de bezoekers van een conferentie in Boedapest zich onder voorzitterschap van ds. John Mott ook bezig met de vraag welke manier de beste was om Joden te benaderen met het Evangelie.De Deen Kaj Kjaer Hansen, internationaal coördinator van de LCJE, wees erop dat de gedelegeerden in Boedapest tamelijk optimistisch waren. Hij citeerde: „Het getto van het verleden is gevallen.” Voor het toen al groeiend antisemitisme bestond te weinig aandacht. Boedapest deed wel iets anders. In Palestina, met 160.000 Joden, werkten meer mensen die de boodschap van het Evangelie brachten dan in de Slavische landen, waar 6 miljoen Joden leefden. De conferentie riep in 1927 op daar verandering in te brengen.
„Sommige antwoorden op vragen uit 1927 doen ons nu glimlachen”, aldus Hansen. Zo was toen een aantal conferentiegangers van mening dat goed getrainde christenen uit de heidenen beter de boodschap aan Joden kunnen brengen dan Messiasbelijdende Joden zelf. „Maar de overeenkomst is dat wij fundamenteel overtuigd blijven dat het nodig is de Joden het Evangelie te brengen.”
Wes Taber, directeur van de American Messianic Fellowship International, ging in op het pluralisme waarin Christus een hoge plaats heeft, maar niet als unieke Redder. Hij koos ook niet voor het inclusivisme dat wel de uniciteit van Christus als Zaligmaker erkent, maar weigerde te zeggen dat degenen die niet in Hem geloven verloren gaan. Bij het exclusivisme dat deze consequentie wel trekt, waarschuwde hij onder andere voor onbarmhartig optreden.
Darrell L. Bock, hoogleraar in Dallas in de Verenigde Staten, betoogde dat de verkondiging aan Joden vooral niet moet starten met dogma’s. Zij moet beginnen „vanaf de aarde”, zoals ook de drie synoptische evangeliën dat doen. Mattheüs vertelt dat er een Kind werd geboren, maar dat Jozef niet de biologische vader was. Zo’n probleem geeft stof tot praten met elkaar. De hoogleraar wilde zeker niet verzwijgen dat God bovennatuurlijk werkt. Maar hij is van mening dat het beter is om te beginnen bij Jezus van Nazareth en niet bij Jezus de Heere. „Dan kunnen mensen zien wie Hij is en wat Hij voor iemand kan doen.”
Arnold Fruchtenbaum behandelde de diverse visies op Jezus binnen het jodendom, vanaf de emancipatie in de tijd van Napoleon tot het heden.
Op de conferentie werd ook ruim aandacht besteed aan een aantal historische figuren. Bijvoorbeeld aan de Roemeense Jood Isaac Feinstein, die in 1938 de heilige doop ontving van ds. Richard Wurmbrand. In juni 1941 was hij slachtoffer van een golf van antisemitisme, waarbij 12.000 Joden werden gedood.
Judith was een van de Joden die tijdens de conferentie vertelden hoe zij christen waren geworden. In het leven van Judith bleek dat het in het bijzonder voor een Jood niet gemakkelijk is om Christus te volgen. De Amerikaanse Jodin, nu docent aan de Biola Universiteit in Californië, besloot als studente Hebreeuws tegen God in opstand te komen. Toen ze later in Galilea de Bergrede en de nieuwtestamentische brieven las, legde dat beslag op haar leven. „Maar als Jood kon ik Christus niet volgen. Het zou een verloochening betekenen van mijn eigen volk.” Dat veranderde radicaal. Ze kwam erachter dat zij God zou verloochenen als zij Zijn recht op haar leven niet zou erkennen.