„PKN moet zich bezinnen op overdoop”
URK - Het is de hoogste tijd dat de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) zich „grondig” gaat bezinnen op allerlei evangelische tendensen, zoals de overdoop.
Dat schrijft dr. E. S. Klein Kranenburg, predikant te Epe, in het jongste nummer van Confessioneel, het blad van de Confessionele Vereniging binnen de PKN.De predikant haakt in zijn bijdrage in op een artikel van de hand van zijn collega ds. P. L. de Jong uit Delfshaven. Deze schreef onlangs in het blad Woord & Dienst dat het rond de doop in de Protestantse Kerk „een chaos” is. Als voorbeeld noemde ds. De Jong de doop van prinses Luana, het eerste kind van prins Friso en prinses Mabel. Haar doop had plaats tijdens een besloten bijeenkomst met Huub Oosterhuis als voorganger. Luana is niet bij een kerkgenootschap ingeschreven.
Het bevreemdt dr. Klein Kranenburg niet dat het na zo’n bericht stil blijft in de kerken, schrijft hij. Volgens hem weten de kerken -ook de Raad van Kerken- zich geen raad met de zo snel doorzettende ontwikkelingen waar het gaat om de individualisering van de doopplechtigheden in de kerk.
Hij wijst in dat verband ook op de trend van de intensivering van de doopervaring. „De intensivering treedt op waar gemeenteleden een vernieuwde geloofsbeleving en Christuservaring hebben doorgemaakt en opnieuw gedoopt willen worden.” Volgens de kerkorde van de Protestantse Kerk mag een predikant zo’n doop niet bedienen. „Als een ambtsdrager zich laat overdopen is hij of zij per ommegaande van de ambtelijke taak ontheven”, aldus dr. Klein Kranenburg. „Andersom geredeneerd: als een gemeentelid elders zich laat overdopen, blijft deze gemeentelid, maar komt hij kerkordelijk niet voor een ambtelijke functie meer in aanmerking en degradeert tot een aparte eend in de gemeentelijke bijt. Mijn vraag: wordt het niet tijd om in de kerk daar milder en wijzer over te denken?” zo vraagt dr. Klein Kranenburg zich af.
De predikant stelt voor dat de Protestantse Kerk haar kerkorde zo aanpast dat een ambtsdrager „die zijn kinderdoop heeft vernieuwd door herdoop, lid van de kerkenraad kan blijven, indien hij in zijn pastorale optreden het voor de kinderdoop wil opnemen als een legitieme doop.”
Ook op andere gebieden ziet dr. Klein Kranenburg evangelische invloeden in de gevestigde kerken. Hij valt een pleidooi bij van de Leidse hoogleraar praktische theologie Henk de Roest, die in dit verband pleit voor een „cultuur van gunnend vertrouwen.”