„Koranverbod is geen oplossing”
DEN HAAG – De Tweede Kamer heeft zeker te weinig oog voor de islamisering. Maar een verbod op de Koran is niet het antwoord op geweld dat met een beroep op de Koran wordt gelegitimeerd, stelt SGP Tweede Kamerlid Van der Staaij.
Voortdurend pendelt hij heen en weer tussen bijval en afkeuring. De zorgen die onder anderen Wilders over de islamisering van de samenleving uit, zijn volgens de SGP parlementariër zeker niet onterecht. Wat hij afwijst, zijn de steeds boudere, verdergaande voorstellen om de islam in Nederland te knechten, waarmee de voorman van de Partij voor de Vrijheid (PVV) keer op keer het nieuws haalt. „Publicitair zijn ze slim, maar ze gaan voorbij aan het werkelijke probleem”, stelt Van der Staaij.Na zijn strijd tegen boerka’s, dubbele nationaliteiten en shariahypotheken stelde Wilders vanmorgen in de Volkskrant voor de Koran te verbieden. Mede aanleiding is de mishandeling van Ehsan Jami, voorzitter van het Comité voor ex Moslims, vorige week. Van der Staaij: „Ook dit pleidooi past in de lijn van zijn steeds radicaler wordende voorstellen. Hoewel we er alles aan moeten doen deze vorm van geweld tegen te gaan.”
Wilders gaat, zo stelt Van der Staaij, in elk geval voorbij aan de plaats die de Koran in de Europese geschiedenis heeft verkregen. „Het is geen nieuwe, dubieuze lectuur. Zelfs in het Genève van Calvijn stond het meen ik niet op de lijst van verboden boeken. Dat zegt wel wat.”
In plaats van zijn pijlen te richten op de Koran, doet Wilders er volgens de SGP’er verstandiger aan het vuur te openen op nieuwere, eigentijdse jihadgeschriften, die onder andere op internet circuleren. „Daar ligt voor mij een veel groter probleem. De Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst heeft deze geschriften herhaaldelijk aangemerkt als bron van radicalisering. Mijn voorstel zou dan ook zijn de mogelijkheden tot een strafrechterlijke aanpak van jihadoproepen beter te benutten, ook wanneer ze op de Koran zijn gebaseerd.”
Let wel, zegt Van der Staaij, het zij verre van ons de Koran te verdedigen en geweldsoproepen te vergoelijken. „Beduchtheid voor de islamisering van Nederland is zeker op haar plaats. Zo durven we als SGP zeker de vinger te leggen bij de openbare gebedsoproepen van moskeeën. De positie van de islam in ons publieke domein is nu eenmaal een andere dan de positie die de kerk daar van oudsher heeft.”