Naderen
Na de eerste overtreding werd de mens uitgesloten van de boom des levens en uitgeworpen uit de hof. Dat betekende dat hij afgescheiden was van Gods tegenwoordigheid en van de gemeenschap met Hem. Dit gold voor alle mensenkinderen in die ene Adam, toen hij uit het paradijs werd verdreven.
Dit zou een eeuwige afscheiding geweest zijn. Wij kunnen immers niets doen en maken de afscheiding alle dag groter, ten ware dat het de Heere in Zijn oneindige genade belieft Zich te vernederen en tot ons te naderen in de genadige belofte en aanbieding van een Verlosser. Indien Hij niet de eerste stap had gedaan, van de hemel tot de aarde, door Zijn enige Zoon te zenden, wij zouden de hoop opgegeven hebben van weder te zullen keren van de aarde naar de hemel. Maar nu heeft Hij het grootste deel van de afstand weggenomen door tot onze natuur te naderen en ons vlees aan te nemen in de gemeenschap van Zijn Godheid. Hij heeft zo laag gebogen om ons te ontmoeten.Nu is er niet meer te doen dan tot God in Christus te naderen, daar Hij de grote reis gemaakt heeft om tot ons weder te komen.
Hugo Binning, predikant in Schotland (”De ware gemeenschap met God”, 1741)