Libië koopt Franse antitankraketten
PARIJS - Het Europese lucht- en ruimtevaartconcern EADS heeft met Libië een akkoord bereikt over de aanschaf van Franse Milan antitankraketten door het bewind in Tripoli. Dat heeft EADS vrijdag in een verklaring laten weten.
De Franse minister van Defensie Hervé Morin bevestigde dat Libië een intentieverklaring heeft getekend over de aankoop van de antitankraketten. EADS stelde dat het na anderhalf jaar overleg alleen nog wachten is op de handtekening van „Libische klant”. Verder liet het concern weten dat het met Libië overlegt over de levering van Tetra radiocommunicatiesystemen.Officiële Libische bronnen hadden donderdagavond al gemeld dat er een wapenovereenkomst met Frankrijk was gesloten. Volgens de Libische bronnen betaalt Tripoli 168 miljoen euro voor de Milan antitankwapens.
De zoon van de Libische leider Gaddafi had eerder tegen de Franse krant Le Monde verteld dat Libië van Frankrijk antitankwapens zou gaan kopen en dat het ook op andere terreinen tot militaire samenwerking komt. Volgens de zoon heeft de overeenkomst een „belangrijke rol” gespeeld bij de vrijlating van de Bulgaarse verpleegkundigen en de Palestijns-Bulgaarse arts ruim een week geleden. De zes waren in Libië veroordeeld voor het opzettelijk besmetten van kinderen met hiv, het virus dat aids kan veroorzaken.
De Franse minister van Buitenlandse Zaken Bernard Kouchner sprak donderdag tegen dat Frankrijk heeft beloofd Libië wapens te leveren om het land over te halen de Bulgaarse verpleegkundigen en een Palestijnse arts vrij te laten, zoals de zoon van de Libische leider Muammar Gaddafi woensdag heeft beweerd. Maar dat er „iets” is toegezegd tijdens de langdurige onderhandelingen sloot hij niet uit.
Kouchner was iets uitvoeriger in zijn reactie dan president Sarkozy, die woensdag volstond met „nee” toen hem werd gevraagd of het verhaal van Gaddafi junior klopte. „Er was geen akkoord, er was geen compensatie, geen geld en geen specifieke overeenkomst over wapens”, zei de minister. Wel is het zo, zei hij, dat bij langdurige onderhandelingen zoals die plaatsvonden voordat de vijf verpleegkundigen en de arts op 24 juli werden vrijgelaten, „een zeker verborgen aspect” voor de hand ligt. Hij weidde niet uit.
De Bulgaarse regering heeft donderdag besloten 41 miljoen euro schuld die Libië aan Bulgarije heeft, af te schrijven. De schuld wordt omgezet in een bijdrage aan een internationaal fonds dat ten doel heeft de medische infrastructuur van Libië te verbeteren en met hiv besmette Libische kinderen en hun ouders te helpen.
Minister van Buitenlandse Zaken Ivailo Kalfin zei dat Bulgarije tot nu toe niets aan het fonds heeft bijgedragen omdat het vreesde dat dat zou worden opgevat als compensatie voor de „misdaden” waar de onlangs door Libië vrijgelaten Bulgaarse verpleegsters en arts van werden beticht.
Het Internationale Benghazi-fonds werd in januari 2006 in Libië als een internationale ngo opgezet met het doel het leed van de slachtoffers van de hiv-epidemie in deze stad te verlichten en de zaak van de daarvoor aanvankelijk ter dood veroordeelde verpleegkundigen en arts tot een oplossing te brengen.
Na de recente vrijlating van de zes opperde Bulgarije al de mogelijkheid als bijdrage aan het fonds de buitenlandse schuld van Libië af te schrijven. De schuld dateert nog uit de communistische periode en in de laatste 18 jaar zijn er geen afbetalingen gedaan. Zesentwintig miljoen euro van het bedrag bestaat uit samengestelde rente. Kalfin zei dat Bulgarije het totaalbedrag heeft berekend en dat met Libië nooit een exact schuldbedrag overeen is gekomen.
De regering keurde een ontwerp-overeenkomst met het Benghazi-fonds goed en belastte onderminister van Buitenlandse Zaken Feim Chaushev met de onderhandelingen over de details.