Majesteitsschennis vaker bestraft
Er kunnen nog wel meer processen vanwege majesteitsschennis volgen, stelt Menno de Bruyne naar aanleiding van een rechtszaak en een proces-verbaal rond deze overtreding in de achterliggende week.
Binnen één week een veroordeling én een proces-verbaal wegens majesteitsschennis. Vooral die veroordeling trok veel aandacht. Dat in Nederland iemand door de rechter een straf krijgt opgelegd omdat hij de koningin heeft beledigd, gebeurt hoogst zelden. Vele jaren lang zelfs helemaal niet. Je mocht in dit land uitkramen wat je wilde - vrijheid van meningsuiting toch?Dat die vrijheid niet onbeperkt is, dáár komt de laatste tijd weer wat meer aandacht voor. De vrijheid van meningsuiting wordt genormeerd in onder meer het Wetboek van Strafrecht. Het gaat bij majesteitsschennis concreet om een aantal artikelen (108 t/m 113) onder de paragraaf ”misdrijven tegen de koninklijke waardigheid”. Daaronder vallen een aanslag op prins Willem-Alexander of op prinses Máxima, maar ook aanranding en opzettelijke belediging van de koningin en de kroonprins en zijn echtgenote. Tussen twee haakjes: een aanslag op de koningin wordt beschouwd als een misdrijf tegen de veiligheid van de staat. Een graadje erger dus.
Iedere Nederlander kan overigens naar de rechter stappen als hij beledigd, gesmaad of belasterd wordt. Dat er voor de koningin enkele extra bepalingen in het leven zijn geroepen, heeft er mee te maken dat de positie van koningin Beatrix (en van de leden van haar familie die het dichtst bij haar staan) „zo nauw met het staatsbelang is verweven, dat haar waardigheid bijzondere bescherming behoeft.”
Vergelijking van ”gewone belediging” met majesteitsschennis levert twee verschillen op. Eén: belediging van Hare Majesteit komt de dader duurder te staan -hij krijgt sneller een hogere boete en moet langer zitten: maximaal vijf jaar (bij belediging van een normale burger ten hoogste twee jaar). Twee: Hare Majesteit hoeft niet zélf aangifte te doen, terwijl Jan Modaal wel zelf naar het politiebureau moet.
Romeins recht
Dat het staatshoofd een beetje extra bescherming geniet, is niets nieuws en niets bijzonders. Dat was al zo geregeld in het Romeinse recht. Toen Rome nog een republiek was, mocht niemand de republiek of een van haar instellingen beledigen. Met de komst van het keizerrijk kregen deze verbodsbepalingen alleen nog maar meer gewicht: kritiek op de keizer was helemaal uit den boze. In veel andere landen geldt tot op de dag van vandaag dat het beledigen van het staatshoofd in bijzondere bepalingen strafbaar is gesteld. Of dat staatshoofd nu een koningin is, een keizer of een president, doet niet ter zake.
De geschiedenis van de bepalingen over majesteitsschennis in ons Wetboek van Strafrecht laat zien dat er verschillend mee is omgegaan. Wat vroeger nog als beledigend werd ervaren, wordt vandaag de dag normaal gevonden. In de 19e-eeuwse standenmaatschappij belandde iemand al achter de tralies nadat hij op een fluitje had geblazen juist toen de prinsessen Emma en Juliana in een koets passeerden. De rechtbank te Amsterdam overwoog dat „iemand uitfluiten een handeling is waardoor men zijn minachting te kennen geeft, en dus in strijd is met de eerbied en het ontzag dat een ieder verschuldigd is aan de koninklijke waardigheid…” Ook bestraft werd het uitspreken van de woorden: „De koning is een aap” en „Ik heb mijn schoenen laten lappen, om de koning dood te trappen.”
Na de oorlog
Na 1945 zijn er twee perioden waarin er relatief veel aangiftes wegens majesteitsschennis werden gedaan. Vlak na de oorlog, toen koningin Wilhelmina hoog in aanzien stond, alsmede eind jaren ’60. Dat waren de jaren waarin de filosofie van ”vrijheid-blijheid” werd gepredikt en iedere gezagsdrager per definitie verdacht en/of belachelijk was, dan wel verdacht en/of belachelijk gemaakt diende te worden. Ook toen zijn er betrekkelijk veel gevallen van majesteitsschennis aan de rechter voorgelegd. Berucht waren het Amsterdamse studentenblad Propria Cures en de provo-uitgave Lynx.
Toch leidde dit niet tot veel veroordelingen, omdat de door diezelfde tijdgeest geïnfecteerde rechters vonden dat het allemaal maar moest kunnen. Er werd meer gedoogd en er werd zelden nog daadwerkelijk vervolgd, laat staan veroordeeld. Voor personen die over de hekel werden gehaald, inclusief de Rijksvoorlichtingsdienst, die de publicitaire belangen van de koningin bewaakt, was dit dikwijls reden om maar af te zien van een aanklacht. Langdurige en geruchtmakende processen die tot niets leiden, werken slechts averechts. In plaats van een veroordeling kreeg de vuilspuiter alleen maar meer publiciteit voor de gewraakte uitdrukkingen of afbeeldingen.
Huidige klimaat
Wellicht dat met het vonnis dat maandag door de Amsterdamse politierechter werd gewezen, er weer een fatsoenlijker toepassing komt van de beledigingsbepalingen in het Wetboek van Strafrecht. Dat zou prima passen in het huidige klimaat, nu de publieke opinie weer meer oog lijkt te hebben voor de grenzen van het gedogen. De 400 euro die Regilio A. nu moet ophoesten wegens majesteitsschennis, zou dan ook wel eens het begin van meer vergelijkbare vonnissen kunnen zijn.
Of de journaliste tegen wie dinsdag proces-verbaal is opgemaakt omdat zij een T-shirtje droeg met een evenzeer beledigende tekst óók straf krijgt opgelegd, staat overigens nog te bezien. Want voor ”kunstenaars”, zoals cabaretiers, cartoontekenaars en columnisten, worden ruimere marges gehanteerd. Zij hebben, net als schrijvers en journalisten, een streepje voor, omdat zij met hun werk een maatschappelijk belang dienen door personen of zaken aan de kaak te stellen om op die manier discussies aan te zwengelen. Vindt de rechter althans. Tot op heden.
De auteur is voorlichter van de SGP-fractie, kenner van de parlementaire geschiedenis en in het bijzonder ook van die van het Oranjehuis.