Gelderland haalt bakzeil in strijd tegen bedrijf Putten
DEN HAAG - De provincie Gelderland heeft foeragebedrijf Hamstra in Putten in 2002 ten onrechte stilgelegd nadat daar bij een explosie twee werknemers om het leven waren gekomen. De provincie had geen wettelijke gronden om bestuursdwang toe te passen.
Dat heeft de Raad van State woensdag bepaald in een nieuwe uitspraak in het al jaren slepende conflict tussen het foeragebedrijf en de provincie.Volgens de Raad van State is de ontploffing met dodelijke afloop niet veroorzaakt door overtreding van de milieuvergunning. Aan het opslagbedrijf kleefden weliswaar risico’s, maar niemand was zich daarvan bewust. De Raad van State vindt dat het op de weg van de provincie lag om de vergunning van Hamstra te onderzoeken en eventueel te wijzigen of in te trekken.
Hamstra wil bij de gemeente Putten en de provincie een miljoenenclaim indienen. Op de zitting in april bij de Raad van State verscheen burgemeester B. van Putten onverwachts om een pleidooi tegen Hamstra te houden. De provincie Gelderland en Hamstra liggen al sinds 1999 met elkaar overhoop. Het is niet de eerste keer dat de provincie het onderspit delft in de strijd tegen het bedrijf, dat voedselresten verwerkt tot diervoeder. Ook in 2005 kreeg Hamstra gelijk van de Raad van State.
Directeur H. Hamstra van het gelijknamige bedrijf kondigde woensdag aan dat hij een fikse schadeclaim zal indienen bij de provincie. Volgens hem hebben provinciale ambtenaren al toegezegd dat er een financiële genoegdoening zou komen als de provincie de zaak zou verliezen.
Twee werknemers van Hamstra kwamen in juli 2002 om het leven toen vergistingstanks explodeerden. Aangezien de provincie Gelderland niet wist dat het bedrijf deze tanks in werking had en daar ook geen vergunning voor had gegeven, legden ambtenaren het bedrijf onmiddellijk stil.
De gedwongen sluiting duurde bijna twee jaar, totdat de Raad van State in 2004 ingreep en de sluiting vooralsnog ongedaan maakte. De bestuursrechter stelt nu dat Hamstra de bepalingen in de geldende milieuvergunning niet overtrad door vergistingstanks te gebruiken. Dat de provincie achteraf vond dat er voor het gebruik van dergelijke tanks een nieuwe vergunning moest komen, biedt geen grond voor het toepassen van bestuursdwang.
De Raad van State gaf Hamstra al eerder gelijk, toen de provincie het bedrijf stillegde nadat enorme stankoverlast was veroorzaakt bij het verwerken van een partij bedorven knoflook. Ook hier was volgens de bestuursrechter geen wettelijke grond voor handhaving. De provincie en het foeragebedrijf zijn in onderhandeling over een nieuwe milieuvergunning. Een deel van het bedrijf ligt nog steeds stil omdat de provincie daar geen vergunning voor wil afgeven.