Volgens de predikant uit Opheusden begon God vanuit Zijn verkiezing met de roeping. „We moeten ervoor waken dat we die volgorde niet omkeren. Daar moeten we niet in wroeten. De duivel zegt: „Dat moeten we eens helder krijgen.” Maar de verborgen dingen zijn voor de Heere. Het is: „Zoekt de Heere terwijl hij te vinden is, roept Hem aan terwijl Hij nabij is.” Daar moeten we voldoende aan hebben.”De predikant sprak over Handelingen 13:46-48 en stond onder meer stil bij de verharding van de joden. „Ze worden ten volle verantwoordelijk gesteld als Paulus zegt dat hij zich tot de heidenen keert. Want het Licht is gekomen tot de heidenen. Zo mag dat Woord verkondigd worden tot het uiterste der aarde.”

„Als het evangelie toegepast wordt aan ons hart, dan is het Zijn genade”, aldus ds. Heemskerk. „God is rechtvaardig, Hij doet geen onrecht. Maar wij hebben onze rechten verbeurd. Onze zaligheid is niet onze zaak, maar Gods zaak. God roept ons. Wat zeggen we daarop? Of hartelijke, gelovige aanneming, of we verwerpen het, desnoods met prachtige omkledingen. Maar met uw redeneringen en goed onderbouwde afwijzingen acht u zichzelf ten diepste dat leven niet waardig”, zo waarschuwde hij. „Dat ons dat tot schuld werd voor Hem. God geve dat wij door de bediening der verzoening ons tot Hem mogen wenden.”

Slavinnetje
Kandidaat R. W. Mulder uit Genemuiden mediteerde over 2 Koningen 5:2 en 3. „Het slavinnetje van Naäman had een moeilijk leven in het verre Syrië, maar ze had ook een groot Godsvertrouwen. Dat blijkt uit het feit dat ze de melaatse Naäman de weg wijst naar de profeet in Israël: die zal hem kunnen genezen. Hoe wist ze dat God door middel van de profeet genezing kon geven? Ze heeft het thuis niet gezien. Jezus zegt dat er vele melaatsen waren in Israël, maar geen van hen werd gereinigd. Haar vertrouwen op de Heere is volkomen.”

„Dat meisje mag iets anders weten, ze heeft weet van een nieuw hart”, zei kandidaat Mulder. „Wie hebben haar in dat vertrouwen onderwezen? Ouders, weten wij ons zo ook verantwoordelijk voor onze kinderen? We mogen niet tevreden zijn omdat onze kinderen tenminste nog meegaan naar de zendingsmiddag, hoe mooi dat ook is. Nee, we mogen pas tevreden zijn als ze de Heere kennen.”

Vrijmoedig
Het meisje in dat verre Syrië wordt gebracht in Gods heilige raad, zo vervolgde de kandidaat. „We weten van dat slavinnetje niet veel, maar wel dat ze haar vijanden liefheeft. Wat gaat ze doen? Ze gaat goed spreken van God. Jongens en meisjes, zouden jullie dat ook durven zeggen?” zo vroeg de kandidaat de aanwezige kinderen.

„Dat meisje is een kleine zendelinge, in dat verre land weet ze vrijmoedig haar God aan te prijzen. Dan kun je vanmiddag wel op de zendingsmiddag zijn, maar dat is zo veilig. Het kan een rijke zegen zijn om hier vanmiddag als een schuldige te vertrekken. God wil deze middag nog komen in aansporende zin. Wat de Heere aan dit meisje schonk wil Hij ook u geven.”

De zendingsmiddag werd geopend door de plaatselijke hersteld hervormde predikant, ds. W. Pieters.