Vrienden, als ik u een vraag mag stellen: Welke vruchten brengt u nu voort? De bekering waardig? Welke goede werken van heiligmaking en godzaligheid die voortspruiten uit de wortel van het geloof vertoont u? Zoekt u anderen voor het zaad van Christus te winnen en daardoor het koninkrijk der hemelen hier op aarde uit te breiden? Och, als vele avondmaalgangers zich in oprechtheid en zonder zelfbedrog hierbij vergelijken, zullen zij zich bevinden onder het gemis van alle kentekenen van het goede zaad. Ei, ik bid u, bedrieg u toch niet door ongegronde verbeelding. Denk niet dat u een goed zaad bent, omdat u een goede uiterlijke belijdenis hebt en aan het avondmaal gaat.Al deze dingen zijn wel goed, maar niet genoeg. Hier moeten geloof en wedergeboorte bij komen. Als u dat niet heeft, leeft u nog in een rampzalige staat. U staat hier op de akker te groeien als onkruid onder een naderende eeuwigheid. Ieder ogenblik kunt u met de zeis van de dood worden afgemaaid als onnut onkruid, om geworpen te worden in de vurige oven.

Johannes Barueth, predikant te Dordrecht (”Predikende en wonderdoende Christus”, 1752)