Stel dat men u zou vragen welke bezigheden u nog behoort te doen voor Christus’ wederkomst? Er is dan maar één antwoord: „Zijt dan nuchter en waakt in de gebeden.” Toen Christus deze wereld verliet, liet Hij Zijn discipelen niet achter als wezen, noch zonder troost, evenmin zonder goede raad en besturing. Het woord dat Hij hun achterliet was: „Ziet toe, waakt en bidt.” Een heilige plicht van elke christen.Er wordt ook in onze tekst een reden gegeven, „want het einde aller dingen is nabij.” Zo hebt u dan hier de toestand van de wereld en de toestand waarin een christen behoort te zijn. Hier spreekt de hoge leeftijd van de wereld, ze teert uit, ofschoon zij in de ogen van de mens van nature als van gisteren is.

Wat staat nu een onsterfelijke ziel te doen? Waarmee behoort zij bezig te zijn? Hier is het, wat Petrus zegt: Zijt nuchter in het gebruik van alle dingen, bezit de wereld als niet bezittende, waakt in het gebed. U bent omringd door veel verzoekingen. Waakt, zegt Christus. U bent als mensen op de weg die wachten op de Bruidegom. Het roepen van de Bruid, sinds Christus naar de hemel is gevaren, moest onze uitroep zijn: „Heere Jezus, kom haastiglijk.”

Hugo Binning, predikant te Goven, Schotland (Keurstoffen)