Pee Koelewijn (1940-2002) overleden
Na een ziekbed van enkele dagen is Pee Koelewijn, de motor achter Christenen voor Israël, dinsdagmorgen overleden. Hij had hartklachten. Koelewijn, die 62 jaar werd, zette zich met grote ijver in voor Israël. Op momenten dat anderen het land meden, zocht hij het juist op.
Pee Koelewijn werd op 1 mei 1940 geboren in Bunschoten-Spakenburg. In 1989 trad hij in dienst van Christenen voor Israël. Hij was hoofdredacteur van het blad ”Christenen voor Israël Aktueel”. In 1993 werd hij bestuurslid. Koelewijn was lid van de Nederlands Gereformeerde Kerken.
De organisatie waarvoor hij zich met hart en ziel inzette, werd in 1980 opgericht en stelt zich ten doel christenen in Nederland bewust te maken van de betekenis van het Joodse volk in Gods handelen met deze wereld. Haar boodschap richting de kerken is dat de gemeente van Jezus Christus niet in de plaats van Israël is gekomen, maar dat er nog verschillende belangrijke beloften voor Israël in de nabije toekomst zullen worden vervuld. Zij roept christenen op tot solidariteit met Israël en wijst elke vorm van antisemitisme af.
Die solidariteit uitte zich in diverse acties. Drie jaar geleden deelde Koelewijn, samen met anderen, bijvoorbeeld ruim 100.000 tulpenbollen uit in Israël, inclusief inwoners van Joodse steden en dorpen op de Golanhoogvlakte, de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook. „Het gaat erom de mensen een hart onder de riem te steken, anders niets”, zei Koelewijn bij die gelegenheid.
Hij was ook betrokken bij de pro-Israël-manifestatie die diverse christelijke en Joodse organisaties, verenigd in het platform Nederland voor Israël, begin juni in Den Haag organiseerden. Ook deze manifestatie was bedoeld om Israël een hart onder de riem te steken en te laten zien dat er in Nederland velen zijn die Israël steunen.
In 1998 zei hij in een interview met het EO-programmablad ”Visie” dat werken zijn grootste hobby was. „Zeker sinds 1989 ben ik dag en nacht bezig met Israël.” Verdeeldheid noemde hij de grootste ramp voor de kerk.
Koelewijn nam geen blad voor de mond. In 1996 betichtte hij de Messiasbelijdende Jood Klaus Moshe Pülz, voorzitter van ZeLeM, een vereniging die als doel heeft het geloof in Messias Jezus in Israël te verbreiden, van een,onchristelijke levenswandel.” Die beschuldiging moest hij een tijdje later weer intrekken.
Als voormalig RPF-lid had Koelewijn moeite met het Israël-standpunt van de ChristenUnie. Hij miste de sterke verbondenheid met Israël zoals die er bij de RPF was. Het ging hem om verbondenheid met „land, volk en staat” op grond van heel Gods Woord, Oude en Nieuwe Testament. Hij gaf aan bij Veling, lijsttrekker van de ChristenUnie, en ook bij de buitenlandwoordvoerder van de ChristenUnie, Eimert van Middelkoop, „de warme solidariteitsuitingen, die hij wel hoort bij iemand als SGP’er Koos van den Berg” te missen.