Nederlander kampioen gaatjes stoppen
AMMERZODEN - De distributiegraad is 100 procent, de naamsbekendheid bijna: 97 procent. Klussers eisen dat bouwmarkt en speciaalzaak het Alabastineassortiment compleet hebben. Die luxepositie zorgt er niet voor dat de maker van onder andere vul, afbijt- en voorstrijkmiddelen kan indutten. „Iedereen gebruikt ons al. Willen we groeien, dan moeten we telkens nieuwe wegen inslaan.”
Nederlanders stoppen erg graag gaatjes en werken meer dan enig ander Europees volk scheurtjes en barsten weg. Elke inwoner geeft hier jaarlijks 85 cent uit aan poeders, pasta’s en vloeistoffen waarmee bijvoorbeeld muren kunnen worden geëgaliseerd en voorbehandeld. België volgt met 44 cent per hoofd, in het Verenigd Koninkrijk is dat 42. In Duitsland en Frankrijk -onder andere merknamen ook twee grote markten- staat het cijfer op respectievelijk 13 en 10 cent per inwoner.Onbetwist marktleider in Nederland en Europa is Alabastine: van alle vulmiddelen levert het bedrijf uit Ammerzoden (Land van Heusden en Altena) in eigen land 83 procent. Hammerite -”Mooi over roest”, sinds twaalf jaar een Alabastineproduct- dekt 80 procent van de vraag naar roestwerende verven. Voor houtrotvulmiddelen leidt het bedrijf met 88 procent. Sinds kort is er nóg een loot aan de boom: Cuprinol, voor het verduurzamen van tuinhout.
De algemene bedrijfsnaam verwijst naar de grondstof van veel producten: Alabaster, een schoon gips uit de Harz dat in zakken naar Ammerzoden komt. „We begonnen in 1956 met poeders die moesten worden aangemaakt. In de jaren zeventig volgden de kant-en-klaarproducten en pasta’s. Dat had alles te maken met de opkomst van de bouwmarkten: het klussen werd steeds laagdrempeliger”, zegt marketingmanager Jeroen Brink van Alabastine Holland B.V.
De historie van het bedrijf begint in 1954, wanneer Alabastine Holding uit Londen de distributie van ”Alabastine Church Filler” aanbiedt aan een handelsorganisatie in Amsterdam. Twee jaar later wordt een dochter van de Londense firma opgericht in Ammerzoden, waar de productie start met tweedehands machines uit Engeland. In 1964 biedt Polycell Holding, behangplakselfabrikant uit Londen, op Alabastine. Na overname verrijst een nieuwe fabriek aan de Hogesteeg, waar de firma nog steeds zit.
Na enkele tussenstappen wordt Alabastine in 1998 overgenomen door Imperial Chemical Industries (ICI). „ICI Paints is de meest internationale verfaanbieder ter wereld en de grootste op de schilders- en doe-het-zelfmarkt”, zegt Brink. Op dit moment werken er aan de Hogesteeg 110 mensen. Belangrijkste afzetmarkten zijn Nederland, Spanje (Alabastine), Frankrijk, België, Italië, Griekenland, Scandinavië (merknaam Polyfilla), Groot-Brittanië, Ierland (Polycell), Duitsland, Oostenrijk en Centraal-Europa (Molto). De afzet blijft voor 20 procent in het binnenland, 80 procent gaat de grens over. De jaaromzet in Nederland is 50 miljoen euro.
Waar Alabastine vooral op uit is, is productvernieuwing en verhoging van gebruiksgemak. „Een onderzoek uit 2006 wees uit dat bij zeven van de tien werkjes uit de top 50 van langliggende klussen Alabastine een rol speelt. Opnieuw werd duidelijk wat we al wisten: vrouwen zijn belangrijk voor de afzet: zij kopen vaak de producten en zetten manlief onder druk een bepaalde klus nu eindelijk eens aan te pakken. Hoe eenvoudiger de handelingen, hoe sneller hij dat zal doen.”
Twintig procent van de huidige omzet wordt gemaakt met producten die drie jaar geleden nog niet bestonden. „Dat is hier een vuistregel”, zegt Brink. „Een groot deel van ons budget gaat op aan onderzoek en ontwikkeling. Consumentenpanels en -safaries -wij werken mee met klussende mensen- voeden onze ontwikkelafdeling. We denken en werken heel sterk vanuit de behoeften van de consument.”
Als voorbeeld voert Brink de ”multiklussprayer” op, met rechthoekige spuitmond om alle hoeken bij het plafond goed te kunnen bereiken. „Je kunt er behang mee afweken, muren mee reinigen én mee voorstrijken.” Een andere recente innovatie zijn de tubes voegenreiniger met sponsje. „Schoon, wit en waterafstotend maken: drie producten vormen samen een lijn.” Nog een voorbeeld: „Voorstrijken gebeurde tot voor kort met de blokkwast, een akelig werkje. Een grote sprong voorwaarts is onze rolbare voorstrijk.” Saillant detail: na de tandpastafabrikanten is Alabastine de grootste vuller van tubes: zo’n 6 miljoen per jaar.
Je productnaam als metafoor, mooier kan een fabrikant het zich niet wensen. Reclamemaken op radio en tv doet Alabastine nauwelijks meer, meewerken aan klusprogramma’s wel. Voor Hammerite, in Nederland sinds 1995 bekend als de verf die zonder voorbehandeling over roestig metaal kan, begint hetzelfde te gelden: merknaam wordt soortnaam. „De geholpen merkbekendheid gaat richting die van Alabastine. Op internetfora bevelen mensen elkaar Hammerite als dé oplossing aan.”
In Ammerzoden doen ze voortdurend hun best in de huid van de klusser te kruipen, onder andere via de drukgebruikte telefonische en internetvragenlijn. „Alabastine begrijpt mij, dat is het gevoel van mensen die bellen met een klusprobleem. Dat willen we graag zo houden.”