250 kilometer leeslint
Zelf doet het concern er alles aan om zo no-nonsense mogelijk over te komen, met topman Jeroen van der Veer voorop. Maar Shell kan naar zijn aard en omvang vaak niet anders dan verbazen. Deze keer alleen al vanwege de 250 kilometer leeslint in de 300.000 banden van de ”Geschiedenis van Koninklijke Shell”. Sterk punt? Er is ruimte voor kritiek.
Vier banden, dat is tot daar aan toe. Meer dan 1700 pagina’s en ruim 2000 -vaak niet eerder gepubliceerde- foto’s, daar kan niemand lichtvaardig aan voorbijgaan. De rode en gele leeslinten zijn een originele vondst. Maar het totaalgewicht van 10 kilo is slecht te hanteren bij aankoop. Wie de kunststofcassette nonchalant onder één arm denkt mee te nemen, mag hopen dat hij niet al te ver hoeft te lopen. Voor de buik, twee handen eronder, dat werkt beter. Per deel (deel 4 is een bijlage) gaat het overigens wel weer.De beschrijving van de geschiedenis van de Koninklijke is op veel fronten opmerkelijk. Eerste gedachte: wie leest zo’n kolossaal werk? Historici? Ongetwijfeld. Niet eerder werden de Shellarchieven op deze manier -zonder voorbehoud van de bedrijfstop- opengesteld. Vier wetenschappers kregen vijf jaar lang de vrije hand: vraag op wat u wilt, in zowel Den Haag als Londen. En ook: bevraag wie u wilt over wat u aantrof. „Een absolute schatkamer”, zegt een van de auteurs, Stephen Howarth, in het bedrijfsblad Shell Venster. Op het punt van de oliereservekwestie van 2004 moesten de onderzoekers zich inhouden: die zaak is nog onder de rechter. Bij een eventuele herdruk zal dat punt ongetwijfeld worden opgenomen.
Bijna encyclopedisch
Voer voor historici, absoluut. Maar verder? Wie waagt zich aan een dergelijk -bijna encyclopedisch- boekwerk? Oprecht geïnteresseerden wellicht. (Gepensioneerde) werknemers zeker; zij krijgen ook nog eens een flinke korting op de aankoopprijs. Feit is dat niemand zich hoeft te laten afschrikken vanwege vermeend hoogdravend taalgebruik of diepgravend wetenschappelijk niveau. De geschiedenis van het Nederlands-Britse bedrijf is op een prettig leesbare manier toegankelijk gemaakt voor een breed publiek.
De overvloed aan foto’s is wat dat betreft een lokkertje. Een lange avond plaatjes kijken hoeft geen enkel probleem te zijn. Wie helemaal op z’n gemak wil beginnen, bekijkt eerst de inhoud van de drie dvd’s. Welkom bijvoorbeeld in de fascinerende wereld van oliewinning op reusachtige platforms in de wereldzeeën. Met de neus boven op plaatsen waar maar zelden buitenstaanders worden toegelaten.
Uiteindelijk zijn alle in het boekwerk vermelde activiteiten het resultaat van een alliantie, nu honderd jaar geleden, tussen een Nederlandse onderneming die naar olie boorde en een Brits bedrijf dat goed was in het transport ervan. Koninklijke Shell Groep bestond bij de gratie van een Nederlands-Britse stemverhouding van 60 om 40 procent. Pas recent -na de sores rond de oliereserves- was er sprake van een volwaardige fusie: Royal Dutch Shell plc, met één Nederlandse topman en één hoofdkantoor in Den Haag.
Het is bijna ondoenlijk om Shell -zoals het concern in de volksmond wel zal blijven heten- in een paar cijfers te duiden: vele tienduizenden werknemers wereldwijd, een jaarlijkse olieproductie van dik over de 100 miljoen ton en -om nog maar eens een willekeurig getal te noemen- een winst van 5 miljard euro in de eerste drie maanden van dit jaar.
Wereldgeschiedenis
Olie bepaalt voor een niet-onbelangrijk deel de loop van de geschiedenis, schrijven de vier auteurs in hun algemene inleiding. „In veel oorlogen van de twintigste eeuw was de toegang tot olie essentieel voor de overwinning en menig oorlog werd uitgevochten om de toegang tot olie te beschermen of te behouden. (…) De eerste jaren van de 21e eeuw geven geen redenen om aan te nemen dat het strategisch belang van olie en gas in de nabije toekomst niet zal blijven toenemen.” De ”Geschiedenis van Koninklijke Shell” is meer dan een opsomming van bedrijfsmatige gebeurtenissen. Shell schreef een deel van de wereldgeschiedenis zelf.
De hoofdstukken over topman Henri Deterding van de Koninklijke Nederlandse Petroleum Maatschappij, die daarna ook aan de wieg stond van de verkoopalliantie met de Britten, trekken de aandacht. Er wordt een portret geschetst van een even gewiekst als geniaal zakenman die „voor zijn collega’s steeds onhandelbaarder werd. Niet het soort baas dat je je zou wensen.” Deterdings sympathieën voor de opkomst van Hitler-Duitsland en de beschrijving daarvan in de Shellkroniek -in het boek wordt daar bepaald niet omheen gedraaid- zullen nog stof voor heel wat discussies opleveren.
Discussies over Shell zijn er altijd geweest. De auteurs gaan kritiekpunten niet uit de weg, al is de Shellnuance nooit ver weg. Zo kwam de oliegigant nogal eens in conflict met de samenleving als het milieu in het geding was. Bekend voorbeeld daarvan is het voornemen van Shell in de jaren negentig om het platform Brent Spar tot zinken te brengen in de Atlantische diepzee. Het concern hing -en hangt- de overtuiging aan dat afzinken wetenschappelijk en milieutechnisch verantwoord was. Acties van ngo’s -onder aanvoering van Greenpeace- „in combinatie met sensationele berichtgeving in de media” zorgden ervoor dat het roer om moest.
Opener dialoog
De aanwezigheid van Shell in Zuid-Afrika ten tijde van het apartheidsregime en het gebruik van geweld tegen lokale inwoners door de regering van Nigeria op het moment dat het concern in dat land naar olie boorde, brachten hun eigen beroering met zich mee. Het resulteerde vanaf 1996 in een opener dialoog met de samenleving. Of, in de woorden van de Shellgeschiedschrijvers: „Zowel de actiegroepen als Shell werden steeds professioneler en geraffineerder in het samenspel tussen publiek en onderneming.”
De conclusie aan het eind van dit hoofdstuk is een garantie dat discussies rond de Koninklijke er altijd zullen zijn. Hoe open Shell ook werd, „het grote publiek bleef sceptisch.” En daarmee is het laatste woord over de Nederlands-Britse multinational ook na 1750 pagina’s niet gezegd.
N.a.v. ”Geschiedenis van Koninklijke Shell”, door Jan Luiten van Zanden, Joost Jonker, Stephen Howarth en Keetie Sluyterman; uitg. Boom, Amsterdam, 2007; ISBN 978 90 8506 087 1; 1750 blz.; € 145 per set of € 49,50 per deel.