Kamerdelegatie: Gesprek met Hamas nuttig
DAMASCUS - De drie Kamerleden van PvdA, SP en GroenLinks die vrijdagavond laat in Damascus een gesprek voerden met een leider van de radicale Hamasbeweging hebben hun onderhoud „nuttig” genoemd.
De politici zeggen meer inzicht te hebben gekregen in de beweegredenen van Hamas om onlangs de macht over te nemen in de Gazastrook en de gematigde Fatah te verdrijven. Ook merkten ze bereidheid van Hamas tot hervormingen en om de eenheid onder de Palestijnen te herstellen.De PvdA’er van Dam (PvdA), zijn SP-collega Van Bommel en de GroenLinkser Peters spraken twee uur met Usamah Hamdan, een Hamasbestuurslid dat is uitgeweken naar Syrië. Delegatiegenoten van het CDA, VVD, ChristenUnie en D66 waren fel tegen de ontmoeting. Ook premier Balkenende en minister Verhagen van Buitenlandse Zaken betreurden de ontmoeting.
De drie linkse Kamerleden benadrukten dat ze niet als delegatie hebben opgetreden maar als individuele Kamerleden. Een gesprek met Hamas hielp hen om alle kanten van de complexe situatie in beeld te krijgen. Van Dam, Van Bommel en Peters vonden dat Hamdan zich constructief en oplossingsgericht opstelde. Afgesproken is dat de commissie in een breder verband gaat spreken over ontmoetingen buiten de officiële delegatie om.
De leden van de delegatie hadden zondag in de Syrische hoofdstad Damascus een onverwacht lang gesprek gehad met de Syrische president Assad. De parlementaire delegatie zou dertig minuten de tijd krijgen, maar ze spraken twee uur met de president. „Dat is een gebaar naar Nederland om te investeren in de dialoog”, zo interpreteerden de Tweede Kamerleden Van Gennip (CDA) en Van Baalen (VVD) de extra gesprekstijd.
Beide Kamerleden waren onder de indruk van de openheid van Assad, die de nadruk legde op het belang van een seculiere staat en het gevecht tegen het moslimfundamentalisme. Op Van Gennip en Van Baalen kwam hij over als een moderne leider die de dialoog zoekt met het Westen en met zijn eigen bevolking. Assad maakte de leden van de commissie buitenlandse zaken duidelijk dat Iran zeker een kernwapen zal gaan maken en dat het Westen dat beter als feit kan accepteren. In zijn ogen zal Iran dit wapen toch niet tegen Israël gebruiken. Want dat treft meer Palestijnen dan Israëliërs, zo was volgens Van Baalen de redenering.