„Ruim 100 zendelingen uit China uitgewezen"
MIDLAND (ANP) – De Chinese regering heeft tussen april en juni meer dan honderd buitenlandse christelijke zendelingen het land uitgezet. Zij werden ervan beschuldigd dat zij bij onwettige religieuze activiteiten betrokken waren geweest. Dat heeft de Amerikaanse organisatie China Aid Association, die opkomt voor de belangen van christenen in China, dinsdag op haar website gemeld.
De meeste zendelingen kwamen uit de Verenigde Staten, Zuid–Korea, Singapore, Canada, Australië en Israël. De Amerikaanse organisatie meldt op basis van bronnen binnen het regime in Peking dat de Chinese regering in februari een campagne is begonnen om buitenlandse christenen het land uit te zetten. Het regime wil zo voorkomen dat zij zendingswerk bedrijven in de periode voor de Olympische Spelen, die volgend jaar zomer in Peking worden gehouden.Uit de autonome regio Xinjiang ten noorden van Tibet zijn volgens een Amerikaan, die daar al tien jaar werkt en anoniem wil blijven, meer dan zestig buitenlandse zendelingen het land uitgezet. Sommigen werkten al vijftien jaar in het gebied. In Peking kregen in mei zeker vijftien christelijke echtparen de opdracht te vertrekken.
Volgens China Aid Association betreft het het grootste aantal uitwijzingen van buitenlandse christelijke zendelingen sinds 1954, toen de communistische regering in Peking alle buitenlandse zendingswerkers het land uitzette. Omdat zendingswerkers geen vergunning krijgen, kiezen veel buitenlanders voor werk in het onderwijs of het bedrijfsleven om zo toch in China het evangelie te kunnen verkondigen.