„De trits staat in de branding”
Wel of geen televisie op de kamer van je kinderen? Wel of geen internetaansluiting? Ds. H. J. Lam ziet de gevaren van beide media in, maar doet er toch geen uitspraak over. Hij heeft een ander advies: „Praten, praten, praten met onze kinderen, catechisanten en jongelui op huisbezoek. En bidden, bidden, bidden, elke dag opnieuw, voor al die kinderen en gezinnen die aan onze ouderlijke en ambtelijke zorg zijn toevertrouwd.”
De hervormde predikant uit Nieuwerkerk aan den IJssel deed deze oproep vrijdagavond in Sint Annaland tijdens een regionale ambtsdragersvergadering. Het geeft volgens hem geen garantie voor gelovige kinderen en voorbeeldige gezinnen. „Maar de Heere heeft aan het gaan van de weg van Zijn geboden en beloften toch de toezegging van Zijn zegen verbonden?”
Het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond belegt dezer dagen in twaalf regio’s soortgelijke bijeenkomsten over het thema ”Kerk, gezin, school”.
In de uitnodiging schreef algemeen secretaris drs. P. J. Vergunst dat de verantwoordelijkheid van de christelijke gemeente voor het christelijk onderwijs geleid heeft tot de keuze van dit thema. „Veel ontwikkelingen in de samenleving zijn van invloed op het christelijk onderwijs, dat daarmee meer dan ooit in de branding lijkt te staan.”
Ds. Lam noemde het individualisme als een van de dingen die in onze tijd van deze branding de oorzaak zijn. „Moeten we onszelf er niet meteen bij insluiten? Ook wij gaan mank aan het ongedeelde, het individualisme. Wil ik ten diepste delen met mijn naaste, met God? De Schrift leer ons klip en klaar het antwoord: Nee.”
De predikant waarschuwde voor de gevolgen van dit individualisme. Hij wees op echtscheiding. „Man en vrouw willen de lusten en lasten niet met elkaar delen. Zelfverloochening en bekering zijn ten enenmale uit het woordenboek van het hart verdwenen. Hoezeer worden daardoor huwelijk en gezin ontwricht. En ook de maatschappij, die hiervoor allerlei voorzieningen moet treffen.”
Hij onderstreepte het belang van het hardop bidden in het gezin en van huiselijke godsdienstoefening. „Vaak onder druk van tijd, van ons haastige moderne leven. Toch: tijd voor vinden.”
Hij noemde het ontzaglijk belangrijk dat vader en moeder het rustpunt vormen voor het gezin. „Misschien wel vooral de moeder. Ouderwets? Of mag je zeggen: Het zit in het wezen van een vrouw om te zorgen met raad en daad, met haar gebeden, met dat bekende kopje thee.”
Een ander punt waardoor de trits kerk, gezin, school in de branding staat, is de uitholling van het christelijk onderwijs, aldus ds. Lam. „Het protestants-christelijk onderwijs is in veel plaatsen verwaterd.” Hij wees op leerkrachten die niet trouw naar de kerk gaan en op het feit dat -„boud geformuleerd”- vroeger de kerk bepaalde wat kinderen zongen en tegenwoordig de school.
Het reformatorisch onderwijs ziet ds. Lam „ergens als een zegen.” Maar het heeft voor hem ook schaduwkanten, omdat hierdoor gereformeerd bloed uit het protestants-christelijk onderwijs is weggevloeid. In de jaren zeventig was dit, aldus het GB-hoofdbestuurslid, begrijpelijk, gezien de linkse koers die veel schoolbesturen gingen varen. Maar nu we een generatie verder zijn ziet ds. Lam de vanzelfsprekendheid toeslaan. „De verwondering dat zoiets mogelijk is, nota bene in ons geseculariseerde land, ebt weg. Daardoor zie je verwatering en verstrakking. Nog een halve generatie”, waarschuwde hij, „en ook dit soort onderwijs is in grote ademnood, niet het minst door eigen schuld.”
De predikant riep op gebruik te maken van de eigen scholen zolang die er zijn. „En waken over het christelijk gehalte”, spoorde hij de ambtsdragers aan. „Veel ouders zijn niet zo waakzaam als ze zouden moeten zijn.” Er kan volgens ds. Lam te veel mee door: playbacktoestanden en voorleeswedstrijden met occulte kinderboeken. „Ouders moeten veel meer op de school afstappen. Op het gevaar af dat het personeel ons lastig vindt. Maar het gaat wel om onze kinderen en om hun eeuwig heil.”
Ambtsdragers kunnen een belangrijke rol spelen, aldus de predikant. Hij wees onder andere op het koesteren en uitbouwen van contacten met scholen en het organiseren van een ouderavond of kring over geloofsopvoeding. Hij riep de ambtsdragers op het pand dat hun is toebetrouwd te bewaren door, zoals in 2Timótheüs 1:14 staat, „de Heilige Geest, Die in ons woont. Die zorgt ervoor dat er ook anno 2002 kerken, scholen en gezinnen zijn waar onze goede God wordt geloofd en gediend.”