Soepel asielbeleid Iraanse christenen
DEN HAAG - Staatssecretaris Albayrak van Justitie belooft soepel om te gaan met de asielaanvragen van christenen uit Iran.
De asielaanvragen van christenen uit Iran zullen per individu worden beoordeeld. Daarbij wordt nadrukkelijk rekening gehouden met hun christelijk geloof, zo stelt de staatssecretaris in een brief aan de Tweede Kamer.Dat betekent dat een asielzoeker uit Iran die vanwege zijn geloof in zijn thuisland problemen heeft ondervonden van de zijde van de autoriteiten of van medeburgers, in principe in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning. Tot het christendom bekeerde Iraniërs, schrijft Albayrak, krijgen al een verblijfsvergunning als zij aannemelijk kunnen maken dat zij christen geworden zijn.
Lange tijd was onduidelijk welke mate van vrijheid christenen en christelijke bekeerlingen in Iran genoten. Daarom gold tot 19 mei een vertrekmoratorium voor christelijke asielzoekers uit Iran.
Inmiddels heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken een nieuw ambtsbericht over Iran opgesteld. Daaruit blijkt dat met name christelijke bekeerlingen en christenen met zendingsdrang een zeker risico lopen. Afvallige moslims worden voortdurend lastiggevallen, meldt het ambtsbericht.
In Iran zijn de ongeveer 300.000 christenen veruit in de minderheid. In totaal telt het moslimland ruim 68 miljoen inwoners.
Ongeveer 400 christelijke asielzoekers uit Iran zijn dankzij het vertrekmoratorium, dat gold tussen november 2006 en mei 2007, niet het land uitgezet. Een groot deel van hen komt naar verwachting door de generaal pardonregeling sowieso al in aanmerking voor een verblijfsvergunning.