De brief van Benedictus
Paus Benedictus XVI eist dat China het recht op godsdienstvrijheid erkent. Zo komt het nieuws in de pers. Maar die verwoording is op z’n zachtst gezegd een beetje eenzijdig.
Want de uitdrukking ”religious liberty” staat althans in de Engelse versie van de brief uitsluitend in de voetnoten.De bedoelde claim blijkt bovendien niet verwoord in een brief aan de Chinese regering. Er is sprake van een schrijven aan alle rooms-katholieken in China. Zou dat niet de omgekeerde wereld zijn voor wie godsdienstvrijheid eist? Wie een vordering heeft, dient daar toch de schuldige zelf op aan te spreken? In dit geval: de communistisch gekleurde overheid.
Menigeen denkt bij een brief van de paus bijna automatisch dat hij het opneemt voor christenen in China. Die hebben het inderdaad zwaar. In 1989 scheen een omslag op til. Tijdens de wereldzendingsconferentie in San Antonio verschenen plotseling Chinezen. Maar de verheugd begroete gasten vertrokken met stille trom toen op het Plein van de Hemelse Vrede demonstranten zich roerden.
Christenen in China hebben het niet gemakkelijk. Er kwamen in maart 2005 nieuwe regels voor kerken. Registratie blijft verplicht. Maar zij hoeft niet langer te verlopen via de door de staat gecontroleerde Drie-Zelfkerk. Zij kan direct worden gerealiseerd bij het ministerie van Religieuze Zaken. Toch zien veel christenen dat voorschrift als extra druk. En nog steeds is er af en toe sprake van arrestaties.
Hoewel Chinese communisten nog altijd geweld gebruiken tegen christenen, is er tegelijk sprake van toenemende tolerantie. De overheid stond toe dat in de laatste twee decennia tientallen miljoenen Bijbels van de drukpers rolden. Een deel ging in de export. De meeste kwamen ten goede aan de inwoners van China. Die Bijbels blijken niet te duur. Zij gaan naar leden van de erkende protestantse kerken, maar ook naar christenen van niet-geregistreerde huisgemeenten. Verder nam de ruimte toe om christelijke lectuur te drukken.
Tegelijk verschilt het regiem van de overheid in de ene provincie van haar optreden in een ander gebied. China is nu eenmaal een groot land. Niet alle mensen die zich in het dagelijks leven als christen profileren, krijgen overal even veel of weinig ruimte. Dat de openheid groeit, heeft ook te maken met het feit dat China de snelst groeiende economie ter wereld heeft. Het einde van de groeiende openheid lijkt nog niet in zicht.
De paus maakt daarvan eenvoudig gebruik. Zijn brief heeft een duidelijk doel. Sedert het primaat van het communisme in China is er sprake van twee (rooms-)katholieke kerken. Er is een ondergrondse kerk die trouw is aan Rome. De paus benoemt nog altijd bisschoppen voor die kerk. De regering in Peking neemt hem dat uiterst kwalijk. Dan bestaat er een door de overheid gecontroleerde, officiële Patriottische Kerk. Deze staat de paus niet toe zich te bemoeien met het benoemen van ambtsdragers.
De echte bedoeling van de pauselijke brief is dat de Patriottische Kerk zich aan zijn gezag onderwerpt. Benedictus maakt gebruik van de grotere openheid in China om de officiële kerk aan te sporen tot ongehoorzaamheid. De opstand tegen het communisme in Roemenië anno 1989 begon immers ook in de kerk, met de actie van de Hongaarse ds. László Tökes. Er zijn overigens geen aanwijzingen dat de paus dit voorbeeld voor ogen heeft. Terwijl het er evenmin naar uitziet dat de brief zo’n revolutie tot stand zal brengen.
China staat nog altijd op nummer twaalf in de ranglijst christenvervolging van de internationale organisatie Open Doors. Een oproep tot godsdienstvrijheid is goed. Toch heeft de brief van Benedictus iets dubbels. Grotere godsdienstvrijheid in China bezorgt hem meer zeggenschap.