Opinie

CU maakte geen draai in visie op Europa

Niet de ChristenUnie heeft een ”draai” gemaakt in haar opvattingen over Europa, maar de Nederlandse regering heeft Europa een draai laten maken, schrijft Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink in reactie op een analyse van Kees de Groot (RD 28 juni).

2 July 2007 11:59Gewijzigd op 14 November 2020 04:54

Twee jaar geleden was de ChristenUnie tegen de Europese grondwet. De SP ook. En vervolgens een meerderheid van de Nederlandse bevolking ook. Je zou kunnen concluderen dat de ChristenUnie en de SP beter dan andere partijen aanvoelden welke gevoelens er onder de bevolking leefden met betrekking tot Europa. Maar het nee van de ChristenUnie kwam niet voort uit populisme. We hadden een reeks heldere argumenten tégen de Europese grondwet.Maar wij zijn geen anti-Europese partij, hoe graag de SP ons ook in dat kamp zou trekken. En dus waren we wel vóór een nieuw wijzigingsverdrag, want op basis van de bestaande afspraken is het niet mogelijk om een tot 27 lidstaten uitgedijd Europa nog transparant, democratisch en slagvaardig te besturen. Veel problemen vragen om een grensoverstijgende aanpak.

Nog steeds beschouw ik de passage in het coalitieakkoord over Europa als een voorbeeld van onverdunde ChristenUnie-inbreng: „Gestreefd wordt naar een wijziging en eventuele bundeling van de bestaande verdragen van de Europese Unie waarin subsidiariteit en democratische controle zeker gesteld worden en die zich in inhoud, omvang en benaming overtuigend onderscheidt van het eerder verworpen ”grondwettelijk verdrag”.”

Vorige week hebben premier Balkenende en staatssecretaris Timmermans in Brussel het door velen onmogelijk geachte behaald: de hierboven geciteerde afspraak uit het coalitieakkoord werd binnengehaald. Er komt géén grondwet of grondwettelijk verdrag, er komt gewoon een ”klassiek” wijzigingsverdrag. En daarin worden de bevoegdheden van Europa en zijn lidstaten scherp afgebakend. Het primaat ligt bij de lidstaten: uitgangspunt is nationaal beleid, tenzij grensoverschrijdende problemen een Europese aanpak vergen. Daardoor wordt een halt toegeroepen aan het ”weglekken” van bevoegdheden via het Europees Parlement en het Europees Hof van Justitie.

Tegelijk meet Europa zich geen hogere pretenties aan dan het toekomen; geen preambule dus waarin allerlei grote woorden worden gewijd aan de wortels van de Europese identiteit terwijl tegelijk welbewust de christelijke traditie wordt verzwegen. Verder krijgen we geen symbolen opgedrongen zoals de blauwe vlag met gouden sterren en een utopistische hymne (”Alle Menschen werden Brüder”).

De afspraken die tijdens de top gemaakt zijn, betekenen een forse matiging van de Europese ambities en een rem op de neiging naar Europese staatsvorming. Het was niet voor niets zo dat in Brussel voorstanders van de grondwet gefrustreerd waren door het succes van de koppige Hollanders. Terwijl de ChristenUnie zaterdagochtend „opgelucht en tevreden” haar oprechte felicitaties kon richten aan de betrokken Nederlandse bewindslieden. Het is toch wel heel bijzonder dat roergangers van CDA en PvdA, twee partijen die in 2005 campagne voerden vóór de Europese grondwet, nu een gematigde verdragswijziging uit het vuur slepen op basis van voorwaarden die de ChristenUnie in het coalitieakkoord heeft laten opnemen.

Onbegrijpelijk intussen dat Kees de Groot in zijn becommentariërend verslag van het debat over de Europese top beweert dat de ChristenUnie een „draai” heeft gemaakt die „om uitleg schreeuwt.” De ChristenUnie heeft een succes behaald dat om dankbaarheid vraagt. De afbakening van bevoegdheden en het afzien van grondwettelijke pretenties zijn de belangrijkste winstpunten.

Maar ook het feit dat er geen Europese president en minister van Buitenlandse Zaken komen, is niet zonder betekenis. Onbegrijpelijk dat de SP eerst moord en brand schreeuwde over zulke opgeblazen functionarissen, en dat ze het afschaffen ervan nu een „cosmetische wijziging” noemt. Een technisch voorzitter is écht iets anders dan een president, en een ”hoge vertegenwoordiger” (ambtenaar dus) is écht iets anders dan een minister van Buitenlandse Zaken. Titulatuur is geen cosmetica, maar een afspiegeling van wezenskenmerken.

Volgens Kees de Groot „ontbreekt het de SP niet aan argumenten” om de ChristenUnie te betichten van draaien. Als eerste noemt hij dan het feit dat de ChristenUnie in 2005 tegen de grondwet was „omdat daarin geen verwijzing naar het christelijk geloof stond.” Dit is geen juiste weergave. De ChristenUnie was tegen een Europese grondwet omdat zij Europa niet wil laten verheffen tot superstaat. En daar kwam bij dat in de toen voorliggende ”grondwet” van alles werd geroepen over de gemeenschappelijke wortels van Europa, terwijl een verwijzing naar de christelijke traditie welbewust ontbrak.

Maar nu komt er geen grondwet, maar een klassiek wijzigingsverdrag. Zo’n verdrag behoeft geen preambule en dus geen officiële geboorteakte van de Europese identiteit; de vraag naar de religieuze traditie is dus niet meer aan de orde. Wanneer echter de discussie over een preambule en de vermelding van onze ”roots” daarin opnieuw oplaait, zal onze principiële stellingname dezelfde zijn als voorheen.

Wij zijn blij met de afspraken die in Brussel gemaakt zijn, maar ze moeten nog wel verwerkt worden in een verdragstekst en daar zullen we scherp op toezien. In mijn reacties op de uitkomst van de Europese top heb ik de hoop uitgesproken dat het debat nu níét zal gaan over een afgeleide kwestie (Komt er een referendum? Kunnen we het weer afschieten?), maar dat het echt over de inhoud zal gaan. Mede daarom zien we uit naar het advies van de Raad van State. En in afwachting daarvan hoop ik dat ook het RD zich bij het analyseren van de winst van een nieuw verdrag iets minder zal laten afleiden door de ketelmuziek van populistische antipartijen.

De auteur is Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer