Nieuwe media versterken ondergrondse kerk Iran
ERMELO - Tot voor kort bekeerden moslims in Iran zich bijna alleen over tot het christendom na een wonder of een droom. Dat komt nog steeds voor, maar tegenwoordig gaan de meeste islamieten tot het christendom over door uitzendingen via de satelliet-tv, zegt Stefan de Groot, Open Doorsveldwerker voor het Midden-Oosten. „Nieuwe media worden in de toekomst steeds belangrijker om de kerk te versterken.”
Iran is bijna dagelijks in het nieuws vanwege zijn nucleaire aspiraties. ’Gewone’ Iraniërs vrezen een oorlog, maar proberen tegelijk iets van hun leven te maken. Jongeren houden stiekem feestjes met westerse muziek en alcohol. Er zijn bovendien weinig landen waar weblogs populairder zijn dan in Iran. Een groot deel van het volk smacht naar contact met de buitenwereld én staat niet achter de strikte overtuigingen van het regime.„Het gezag van president Ahmedinejad en de andere leiders is gegrond in de islam”, zegt De Groot. „Dat betekent dat als mensen ’afdwalen’ van de islam, ze ook hun gezag kwijtraken. De autoriteiten creëren enerzijds een gemeenschappelijke vijand, Amerika, en anderzijds een gemeenschappelijke basis, de islam. Etnische christenen worden getolereerd, maar meer ook niet. Ze mogen niet evangeliseren bijvoorbeeld.”
Bij de gebouwen van de Armeense, de Assyrische en de Rooms-Katholieke Kerk staan geregeld mannen in uniform voor de deur, aldus De Groot. „Ze controleren wie er naar binnen gaat en of die persoon etnisch christen is. De Armeense en de Assyrische Kerk zijn heel erg op zichzelf gericht. In ruil daarvoor mogen ze beperkt samenkomen en boeken drukken. De Rooms-Katholieke Kerk stuurt zoekende moslims niet weg, maar heeft erg weinig mogelijkheden om te helpen.”
Moslims die christen worden, zetten veel op het spel. Ze riskeren vervolging door hun familie, vrienden, werkgever, lokale geestelijke leiders en de overheid. In november 2005 werd predikant Ghorban Tourbani om het leven gebracht door onbekenden. Sindsdien zijn talloze christenen voor korte of langere tijd achter de tralies gezet. Slechts een handjevol berichten over „incidenten” is naar buiten gesijpeld.
Ondanks deze druk maakt de huiskerkbeweging een spectaculaire groei door, stelt De Groot. En dat komt niet alleen door wonderen en dromen. „Er zijn Iraniërs die naar het Westen gaan, daar christen worden, uiteindelijk terugkeren in hun eigen land en gaan evangeliseren. Maar de meeste mensen worden nu christen door multimedia, met name satelliet-tv. Niemand kan controleren waar Iraniërs naar kijken, maar bij de zenders komen vele reacties en vragen binnen van moslims. Ook horen de programmamakers verhalen over mensen die overgaan tot het christendom.”
Open Doors speelt steeds meer op deze trend in door tv-programma’s te maken. De Groot: „We onderzoeken in Iran waar de behoeften liggen. Via wat voor soort programma’s kunnen we de Iraanse kerk versterken? Het zijn niet alleen evangelisatieprogramma’s die het goed doen. We geven ook discipelschaps- en kadertraining. Sommige celgroepen groeien razendsnel van één naar honderd personen. Hoe kan de oprichter van zo’n groep, meestal zelf pas één of twee jaar christen, weten waar deze mensen, geestelijk gezien, behoefte aan hebben?”
Toch blijft Open Doors ook doorgaan met het „ouderwetse handwerk”, zegt De Groot. „Ik verwacht dat onze distributie in Iran de komende jaren met 10 tot 15 procent gaat toenemen. Veel van de lectuur die we verspreiden, sluit bovendien direct of indirect aan op de programma’s van satellietkanalen. Onze trainingen en sociaaleconomische hulpverlening nemen met een nog hoger percentage toe.”