Kabinet en coalitie laken SP om EU–standpunt
DEN HAAG (ANP) – De voor– en tegenstanders van een nieuw Europees verdrag bleven woensdag in de Tweede Kamer lijnrecht tegenover elkaar staan in een debat over de kwestie. Alleen de SP, de PVV en de PvdD wezen het resultaat af dat zaterdag op de Europese top is bereikt. Vooral het verzet van de SP leverde de hoon op van andere partijen en van het kabinet in een fel debat.
Met name SP–Kamerlid Van Bommel moest het ontgelden. Staatssecretaris Timmermans (Europese Zaken) verweet hem „geen fair play", omdat hij bepaalde kwesties onjuist weergeeft. „U schept een spookbeeld, niet op de realiteit gebaseerd, en gaat dat vervolgens bestrijden", aldus Timmermans. Van Bommel meende dat de staatssecretaris al was begonnen met een ja–campagne voor een mogelijk referendum.Ook premier Balkenende haalde uit naar de SP, omdat deze partij doet alsof Nederland zijn vetorecht opgeeft. Maar Nederland mag Europese besluiten over financiën, sociale zekerheid, buitenlandse zaken en defensie afwijzen. Unanimiteit bij Europese besluiten is straks echter niet meer nodig bij grensoverschrijdende zaken als milieu en terrorisme. Op het gebied van energie en klimaat kunnen meerderheden nu al besluiten nemen. Dat verandert niet.
Van Bommel zei dat de SP niet tegen Europa is. Zo is de SP voor één Europees asielbeleid, maar dat moet de lidstaten niet afgedwongen worden, aldus Van Bommel. De meeste andere partijen vinden dat onzin en wezen erop dat op vrijwillige basis nauwelijks afspraken te maken zijn over grensoverschrijdende kwesties.
Bovendien wees Balkenende erop dat Nederland een procedure voor elkaar heeft gebokst, die inhoudt dat veertien van de 27 nationale parlementen samen een voorstel van Brussel kunnen tegenhouden. De SP vindt die noodrem een stuk zwakker. Ook de PVV ageert tegen het opgeven van vetorechten. CDA–Kamerlid Henk Jan Ormel noemde de SP de StagnatiePartij en de PVV de Partij voor de Verkwanseling van de Vrijheid.
Tegenstanders SP en PVV, maar ook voorstanders D66 en GroenLinks willen een referendum over het nieuwe verdrag. De andere partijen wachten het advies van de Raad van State af. Daaruit moet blijken of het nieuwe verdrag een grondwettelijk karakter heeft. Volgens de SP is nu al duidelijk dat dit zo is. „De verwijzing naar de grondrechten is juridisch bindend. Het bewijs is dat Groot–Brittannië hierop een uitzondering heeft afgedwongen", zei Van Bommel.
PvdA–Tweede Kamerlid Blom herhaalde dat zijn partij weliswaar voorstander is van een referendum, maar dat zij zich houdt aan de afspraken in het regeerakkoord. Na het advies van de Raad van State zal de partij een knoop doorhakken, aldus Blom.