Rice benadrukte in Parijs tevens het belang dat gediend is bij een spoedige oprichting van een tribunaal om de verantwoordelijken voor de moord op oud-premier Rafiq al-Hariri te berechten. Frankrijk en de Verenigde Staten hebben zich daar in de afgelopen jaren voor ingezet, zei Rice.Ook stond dinsdag een overleg gepland tussen de Libanese premier en de Franse president Nicolas Sarkozy om de politieke crisis in Libanon het hoofd te bieden. De door het Westen gesteunde regering en de oppositie voerende Hezbollah staan lijnrecht tegenover elkaar en er heeft sinds vorig jaar een verzoeningsconferentie op niets uitliep geen overleg meer plaatsgevonden tussen de rivaliserende politici. Aanhangers van de oppositie houden al sinds december een sit-in buiten het kantoor van Saniora om zijn aftreden te eisen ten gunste van een nieuw te vormen regering. Pogingen van Sarkozy om een vergadering te beleggen tussen de verschillende politieke facties van Libanon leverden gisteren nog geen concrete datum op.

De Libanese minister van Defensie, Elias Murr, liet dinsdag in een interview met de zender Al-Arabiya weten dat er in de strijd tussen het Libanese leger en de militante beweging Fatah al-Islam in Noord-Libanon tot nog toe rond de 300 islamitische strijders zijn gesneuveld. Fatah al-Islam heeft volgens de minister nog maar enkele tientallen manschappen over om in het belegerde vluchtelingenkamp strijd te leveren.

Murr zei dat inmiddels 80 procent van het kamp Nahr al-Bared in handen van het leger is. De leider van Fatah al-Islam, Shaker al-Absi, was volgens de minister nog wel in leven en hij gebruikt bewoners van het kamp als menselijke schilden. Vorig week claimde Murr al de overwinning, maar in de dagen erna klonk opnieuw het geluid van machinegeweervuur en granaatexplosies vanuit het kamp, ten teken dat de strijd nog niet gestreden was. Onder de veronderstelde islamitische extremisten die de laatste weken in het noorden van Libanon zijn gearresteerd, zijn twee Deense staatsburgers en een man met een Deense verblijfsvergunning. Het Deense ministerie van Buitenlandse Zaken heeft dit dinsdag meegedeeld.