Nederlandse boer verdient meer
WAGENINGEN - Een ondernemer in de Nederlandse land- en tuinbouw verdiende in 2006 gemiddeld 55.000 euro, ongeveer 68.000 euro per boerenbedrijf. Dat is meer dan in de vijf jaar ervoor.
Uit het dinsdag gepresenteerde Landbouw-Economisch Bericht 2007 blijkt ook dat 15 procent van de ondernemers meer dan een ton verdiende. Het rapport van het Landbouw-Economisch Instituut (LEI), onderdeel van Wageningen Universiteit, geeft inzicht in de ontwikkeling van de agrarische sector en zoomt in op de bedrijfsresultaten in het afgelopen jaar.De land- en tuinbouworganisatie LTO is verheugd dat minder agrarische bedrijven een laag inkomen hebben. „Toch moesten nog drie op de tien bedrijven het in 2006 doen met een inkomen onder de 25.000 euro. Daaronder veel kleine bedrijven, maar ook grote en middelgrote die door uiteenlopende omstandigheden een slecht jaar achter de rug hebben. Versterking van het ondernemerschap, meer ruimte om te ondernemen, vernieuwing van de bedrijven en minder lastendruk moeten ook voor deze ondernemers nieuw perspectief bieden”, denkt Albert Jan Maat, voorzitter van de belangengroepering.
De waarde van boerenproducten in Nederland steeg in 2006 met 6 procent, aldus het LEI-rapport. Wereldwijd namen de prijzen in 2006 zelfs met gemiddeld 10 procent toe. De oorzaken daarvan lagen in een iets teruglopende productie, vooral van graan, maar meer nog in een toenemende vraag.
Voor Nederlandse boeren gingen ook de kosten omhoog, maar minder snel. Daarnaast stegen de subsidiebedragen. De verbeteringen gelden voor de meeste sectoren in Nederland, alleen melkveehouders, vleeskuikenbedrijven en vleeskalverenhouders verdienden gemiddeld iets minder.
Volgens het LEI gaat zowel in Europa als wereldwijd de landbouw steeds meer de invloed merken van veranderde vraag en aanbod. Het gebruik van biomassa voor energie zal bijvoorbeeld de vraag naar plantaardige producten doen stijgen, terwijl tegelijk in de snelgroeiende economieën als in Azië mensen meer vlees en vleesproducten gaan eten.
Bovendien verwacht het LEI dat klimaatveranderingen op termijn invloed zullen krijgen op wereldwijde verhoudingen in de landbouwproductie. Waterschaarste gaat een rol spelen in tropische landen, waardoor het contrast tussen arme en rijke boeren op aarde groter dreigt te worden.
Het aantal land- en tuinbouwbedrijven in Nederland zakte in 2006 met bijna 3 procent tot onder de 80.000. Tien jaar eerder waren er nog 110.000. Tot 2020 zal het aantal met 40 tot 50 procent verder afgenomen zijn. De hele landbouw- en voedingsmiddelenproductie in Nederland is goed voor 10 procent van het nationale inkomen en de werkgelegenheid.