Spreek ouders aan op opvoeding
Woensdag spreekt de Tweede Kamer met minister Rouvoet over de problemen in de jeugdzorg. Joël Voordewind pleit voor versterking van gezinnen, ondersteuning van ouders en een duidelijke regie in de jeugdhulpverlening.
Vooropgesteld: met 80 tot 85 procent van de kinderen in Nederland gaat het goed. Maar: één op de acht jongeren heeft wél hulp nodig. Bijvoorbeeld wegens problemen bij de opvoeding, drankverslaving, depressiviteit of suïcidaal gedrag. Zelfmoord onder jongeren is doodsoorzaak nummer één. Daarbij komen de eerste officiële cijfers die onlangs uitkwamen over kindermishandeling in Nederland: geen 50.000 (de oude aanname) maar tussen de 100.000 en 160.000 slachtoffers per jaar. Kinderen worden in hun eigen gezin fysiek mishandeld, seksueel misbruikt of geestelijk verwaarloosd. Jaarlijks overlijden vijftig kinderen door mishandeling thuis, de plek waar een kind zich bij uitstek veilig zou moeten weten. Schokkende cijfers.Wachtlijsten
Intussen lijken de wachtlijsten weer op te lopen, nadat ze vorig jaar met extra geld nagenoeg waren weggewerkt. Zo’n 1200 jongeren die in de (gesloten) jeugdzorg thuishoren, zitten in een jeugdgevangenis. En gezinsvoogden hebben ieder 25 gezinnen onder hun hoede: dat is gewoon te veel.
De ChristenUnie vond en vindt dat opvoeding primair de taak is van de ouders. En gelukkig gaat dat vaak goed. Maar schrijnende problemen als kindermishandeling, vragen van de overheid soms in te grijpen in het belang van het kind. De overheid moet ouders durven aanspreken op hoe ze hun opvoedingstaak uitvoeren, en als het fout gaat hen actief bijstaan. Zo nodig met drang.
Alleen maar geld pompen in het wegwerken van de wachtlijsten voor jeugdzorg is niet de oplossing. Mijn inschatting is wel dat de vraag naar jeugdzorg de komende jaren verder zal toenemen. We krijgen namelijk steeds beter in beeld waar het misgaat. Dat is ook een doelstelling van de nieuw op te zetten centra voor jeugd en gezin in wijken en dorpen: zij moeten ervoor zorgen dat er nog beter en sneller wordt opgemerkt waar het fout gaat. Maar dat niet alleen: ze moeten er ook aan bijdragen dat het vaker goed gaat.
Preventie
Goed functionerende gezinnen en huwelijken zijn cruciaal voor een goede opvoeding van kinderen. Uit onderzoek blijkt onder meer dat gezinnen beter functioneren naarmate ze een sterker sociaal netwerk om zich heen hebben. Het opbouwen en versterken van gezinnen en hun sociale netwerken is daarom vertrekpunt voor een effectief jeugdbeleid. Tenzij er kindermishandeling in het spel is, moeten we terughoudend zijn met het uit huis plaatsen van kinderen en jongeren. Waar hulp geweigerd wordt, moet gedwongen opvoedingsondersteuning in gang gezet worden. Dat kan door (dreigen met) ondertoezichtstelling van de overheid. De nieuwe centra voor jeugd en gezin kunnen investeren in gezonde huwelijken door cursussen te geven.
Voorkomen is beter dan aanspraak maken op de dure jeugdzorg. Aan de 5 procent van de gezinnen die niet bij consultatiebureaus langskomen, besteedt de jeugdzorg 80 procent van haar tijd. Daarom zullen consultatiebureaus meer en meer mensen thuis moeten opzoeken. Projecten als ”Handen aan de bel” in Nijmegen en soortgelijke activiteiten in Gorinchem (bemoeizorg) verdienen landelijke navolging. Ook gemeenten kunnen opvoedingsondersteuning aanbieden: door het uitreiken van een uitgebreid informatiepakket over opvoeding bij aangifte van het eerste kind. Kerken zouden opvoedingscursussen kunnen aanbieden voor de ouders in de wijk. En om de nieuwe centra zo laagdrempelig mogelijk te maken, moeten zij ook een website hebben waar je vragen kunt stellen en kunt chatten over opvoedingsproblemen. Daarnaast pleit ik voor een ’opvoedtelefoon’, waar ouders, net als kinderen bij de kindertelefoon, met hun sores terechtkunnen en waar hun zo nodig de weg gewezen wordt naar professionele hulp.
Preventie betekent ook dat de overheid het goede voorbeeld moet geven. Door bijvoorbeeld coffeeshops bij scholen te sluiten en pornofeesten en overmatig alcoholgebruik te bestrijden. Een overheid die moreel gezag toont, ondersteunt de opvoeding door ouders.
Regie
Er mag geen competentiestrijd ontstaan tussen de provinciale bureaus jeugdzorg en de nieuwe centra voor jeugd en gezin. De nieuwe centra moeten dé centrale laagdrempelige toegang worden voor mensen in de wijk. Daarbij moet één persoon de regie voeren, aanspreekbaar zijn en ook toezicht houden als andere instanties hulp verlenen. Binnen de centra moet het consultatiebureau de coördinatie van de zorg voor kinderen van 0 tot 4 op zich nemen. De zorg- en adviesteams van scholen moeten vroegsignalerend optreden voor kinderen en jongeren van 4 tot 23 jaar. Ik heb er bij de minister voor Jeugd en Gezin op aangedrongen dat elke school zo’n multidisciplinair team moet hebben. Het elektronische kinddossier, dat uiterlijk 1 januari 2009 moet functioneren, en de verwijsindex zijn voor deze centrale regie onmisbaar. De overheid moet erop toezien dat de gemeenten bepalen wie de regie voert.
Versterking van gezinnen en hun sociale netwerk, preventie door ouders te ondersteunen (praktisch en moreel) bij de opvoeding, en een duidelijke regie in de jeugdhulpverlening. Langs die drie lijnen wil ik me de komende jaren inzetten voor jeugd en gezinnen in Nederland.
De auteur is Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie.