Deze voorspelling doet het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in een studie naar informele zorg die staatssecretaris Bussemaker (Volksgezondheid) dinsdag in ontvangst heeft genomen. Tegelijkertijd zal het aantal mensen dat de hulp krijgt minder stijgen.Maar dat wil niet meteen zeggen dat er een reservoir aan hulpverleners ontstaat, tekent het SCP aan: Het mogelijke aanbod wordt niet altijd benut. Zo leveren buren vaak helemaal geen hulp en kinderen slechts mondjesmaat. Daarom zal er tot 2020 eerder sprake zijn van een evenwicht tussen verleners van informele zorg en hulpbehoevenden.

Daarom moet goed gekeken worden of vooral ouderen die zichzelf niet meer kunnen redden, wel hulp krijgen. Een op de zeven ouderen heeft geen relatie met mensen die mogelijk zorg kunnen leveren. Vooral 85–plussers, ouderen met een smalle beurs en alleenstaanden lopen risico van informele zorg verstoken te blijven.

Voor verstandelijk gehandicapten en mensen met psychische problemen, biedt hulp van naasten maar weinig soelaas. Deze zijn sterk afhankelijk van professionele begeleiding; zij denken in meerderheid dat een familielid of bekende deze hulp niet zomaar kan overnemen.

Dinsdag verscheen ook nog een SCP–rapport over vrijwilligerswerk. Daarin staat dat het aanbod van vrijwilligers de komende jaren vrij stabiel zal blijven; net als in 2005 zet in 2015 een kwart van de bevolking zich belangeloos in. Wel is de band met traditionele organisaties steeds minder. Het doen van vrijwilligerswerk is steeds vaker een individuele keuze.