Minister ziet niets in Assyrische provincie
DEN HAAG - Minister Verhagen van Buitenlandse Zaken acht het „onwaarschijnlijk” dat het geweld tegen christenen in Irak stopt als ze een eigen provincie krijgen in het land.
Dat heeft de minister maandag geantwoord op Kamervragen van SGP en VVD. Beide partijen pleiten voor een Assyrische provincie in Irak voor kleine minderheden zoals christenen, yazidische Koerden en Turkmenen.Verhagen schrijft dat de Iraakse grondwet de mogelijkheid biedt om autonome regio’s te vormen. De discussie daarover ligt in de Iraakse politiek echter „zeer gevoelig”, aldus de bewindsman. Hij weet niet hoeveel steun het plan van een Assyrische provincie heeft bij christenen in Irak en hoe groot het draagvlak daarvoor bij andere bevolkingsgroepen is.
In zijn antwoorden op Kamervragen van Wilders (PVV) over christenen in Irak schrijft Verhagen dat hij intimidatie en geweld tegen christenen steeds aan de orde stelt bij de Iraakse autoriteiten. Christenen hebben in Irak te lijden onder de slechte veiligheidssituatie en straffeloosheid. Het aantal aanslagen op christenen is volgens de Verenigde Naties sinds september vorig jaar toegenomen. De verantwoordelijkheid voor die aanslagen wordt doorgaans toegeschreven aan extremistische islamitische milities en organisaties.
Verhagen veroordeelt gedwongen bekering van christenen tot de islam. Christelijke minderheden in Irak, zoals de Assyriërs, worden door moslimextremisten gedwongen tot islamisering, aldus Wilders. bijvoorbeeld door verplichting voor christelijke vrouwen een sluier te dragen.
De minister weet niet precies hoeveel christenen Irak de laatste maanden vanwege het geweld hebben verlaten, schrijft hij in antwoord op vragen van Wilders en van CDA en ChristenUnie. Het is volgens hem aannemelijk dat het gaat om „aanzienlijke aantallen.” Mogelijk zijn meer dan 30.000 Assyriërs en christenen naar Syrië en Jordanië gevlucht.