Verscheidene Arabische landen deden eerder een beroep op Irak om de crisis te bezweren door weer wapeninspecteurs van de VN toe te laten. In het slotcommuniqué worden de wapeninspecteurs niet met zoveel woorden genoemd, maar wordt Irak gewezen op de noodzaak om volledig te voldoen aan de resoluties van de Veiligheidsraad. Daarbij wordt Irak wel geprezen voor zijn „initiatief om de dialoog met de Verenigde Naties te hernieuwen.”

Irak wil de terugkeer van de wapeninspecteurs alleen bespreken als gegarandeerd de economische sancties worden opgeheven die na de bezetting van Koeweit in 1990 werden ingesteld. Voor de VN gaat de terugkeer van de wapeninspecteurs voor.

Liga-woordvoerder Hisham Youssef zei dat de kwestie van de wapeninspecties niet in de slotverklaring is opgenomen omdat Irak de ministers ervan heeft overtuigd dat hieraan wordt gewerkt. Ook acht de Liga de Iraakse zorg gewettigd, dat de inspecteurs spionnen kunnen zijn en de inspecties altijd maar door zullen gaan, aldus Youssef.

Secretaris-generaal Amr Moussa van de Arabische Liga zei dat de terugkeer van de wapeninspecteurs een belangrijke stap is „om tegenover de wereld aan te tonen dat er geen schending is van de resoluties van de Veiligheidsraad.” Aan de andere kant waarschuwde Moussa de Verenigde Staten geen aanval op Irak te ondernemen omdat daarmee „de poorten van de hel in het Midden-Oosten worden opengezet.”

De stellingname van de Arabische Liga is een belangrijke diplomatieke overwinning voor Irak, dat de afgelopen tijd afgevaardigden langs de Arabische hoofdsteden heeft gestuurd om steun te verwerven voor zijn standpunt.

De Iraakse kant Babil, eigendom van een zoon van de Iraakse president Saddam Hussein, riep de Arabische landen donderdag op de VS duidelijk te maken dat zij zich „niet laten terroriseren door dreigende taal en wapengekletter.”