Predikant terecht vrijgesproken na homo-uitspraak
Het gerechtshof in Arnhem heeft een predikant uit Hengelo vorig jaar terecht vrijgesproken van het opzettelijk beledigen van homoseksuelen. De Hoge Raad moet het cassatieberoep van het openbaar ministerie tegen dit arrest verwerpen.
Dat stelt de advocaat-generaal mr. N. Jörg in zijn advies aan het hoogste rechtscollege. De predikant, E.H. (Herbig), had in 1998 in een ingezonden brief in het regionale dagblad De Twentsche Courant Tubantia homoseksualiteit bestempeld als „vieze en vuile zonde”. Jörg deelt het oordeel van het hof dat die uitlatingen niet beledigend zijn volgens het Wetboek van Strafrecht, hoewel hij vindt dat ze homoseksuelen wel kwetsen.
De advocaat-generaal meent dat de predikant „een mening” heeft gegeven. De waarheid van een opinie valt volgens Jörg niet te bewijzen. Hij wijst er verder op dat de dominee zich beriep op een bijbeltekst (Leviticus 18:22), waarin homoseksualiteit een gruwel wordt genoemd. Eerder had de predikant al aangegeven dat hij de homoseksuele praktijk afwijst en niet de homoseksuele geaardheid.
Jörg meent dat de genoemde bijbeltekst wel erg oud is en dat de schrijver ervan onmogelijk rekening kon houden met wat de moderne wetenschap leert. „Het is ook niet goed voorstelbaar dat de God die de mens schiep, tot zondig zou verklaren de evengoed geschapen, maar anders geaarde medemens”, schrijft de advocaat-generaal.
Hij wijst de Hoge Raad verder op de vrijspraak van de Rotterdamse imam El-Moumni, die homoseksualiteit met een besmettelijke ziekte had vergeleken. De uitspraken van de imam vallen onder de godsdienstvrijheid, zo oordeelde de rechtbank begin april.
De rechtbank in Almelo sprak de Hengelose predikant in 1999 vrij. Het Openbaar Ministerie ging daartegen in beroep, omdat de man volgens justitie grenzen had overschreden en zich onnodig grievend had uitgelaten. Het gerechtshof in Arnhem sprak de predikant eveneens vrij. Het OM liet het daar niet bij zitten en ging in cassatie bij de Hoge Raad.