Dat is gebleken uit de proeven die Rijkswaterstaat, hulpdiensten als brandweer en politie en een aantal onderzoeksbureaus in de Tweede Beneluxtunnel bij Rotterdam hebben gehouden. Voordat die werd opengesteld voor het verkeer zijn daarin een aantal proeven met verschillende soorten incidenten gehouden. Aan de testen deden ongeveer 700 mensen mee. De resultaten werden donderdag op een symposium bekendgemaakt.

Uit de gedragsproeven bleek onder andere dat mensen iets heel anders doen dan wat ze tevoren bij enquêtes hadden gezegd dat ze zouden doen. Bijna iedereen bleef in zijn auto zitten, terwijl ze vantevoren hadden gezegd dat ze (via de rijbaan) zouden vluchten.

Volgens E. Worm, hoofd tunnelveiligheid van Rijkswaterstaat zou een landelijke campagne om mensen duidelijk te maken wat ze moeten doen bij brand in een tunnel een goede zaak zijn. „Ze weten het gewoon niet en blijven zitten. Zo’n campagne kost relatief weinig en het levert veel op.”

Uit de proeven bleek dat mensen een „onproductieve” nieuwsgierigheid aan de dag leggen. Wanneer automobilisten eindelijk hun auto uitkwamen, aarzelden ze nogal eens daadwerkelijk de vluchtwegen in te gaan.

De resultaten van de brandproeven waren vooral technisch belangrijk, aldus het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Zo weet Rijkswaterstaat nu beter hoe snel warmte en rook zich verspreiden en is er meer informatie over de werking van sprenkel- en branddetectiesystemen.