„We zijn er nog lang niet”, verklaarde staatssecretaris van Buitenlandse Zaken Timmermans maandag. Hij en minister Verhagen waren zondagavond erg enthousiast toen tijdens een beraad in Luxemburg bleek dat er overeenstemming in het verschiet ligt over het schrappen van de naam grondwet. Overigens hadden ook belangrijke lidstaten als Frankrijk en Groot-Brittannië erop aangedrongen die aanduiding niet langer te gebruiken.De Unie koerst nu aan op een wijzigingsverdrag, dat alleen de aanpassingen bevat ten opzichte van de geldende bepalingen en dat niet fungeert als een soort gemeenschappelijke constitutie. Er zal geen vermelding in worden opgenomen van volkslied en vlag, symbolen die doen denken aan een Europa als superstaat.

Timmermans benadrukte dat hiermee voor Nederland de kous niet af is. Hij wees erop dat het kabinet bijvoorbeeld ook erg hecht aan vergroting van de invloed van de nationale parlementen en aan het vastleggen van de criteria voor toetreding tot de EU, zodat daarmee bij een volgende uitbreidingsronde niet valt te sjoemelen.

Hij waarschuwde tevens dat nog niets „in beton gegoten is” en dat alles kan veranderen tijdens het beslissende beraad van donderdag en vrijdag. „We zullen langs de rand van de afgrond gaan. Daar pluk je wel de mooiste bloemen”, aldus de staatssecretaris.

De Belgische minister van Buitenlandse Zaken, De Gucht, vindt dat Den Haag overvraagt. Hij noemde maandag een aantal van de wensen „irrealistisch.” De bewindsman relativeerde de opgetogenheid over de vervanging van de gestrande grondwet door een klassiek wijzigingsverdrag. „Juridisch verandert er daardoor niets”, stelde hij vast. België wil zo veel mogelijk van de in 2005 door Frankrijk en Nederland verworpen oorspronkelijke tekst overeind houden.