Stukje zijderoute tussen zee en Zevenaar
BARENDRECHT - Verhitte Kamerdebatten, emotionele inspraakrondes, bijtende krantencommentaren, sceptische hoogleraren, een eindeloze reeks controles en onderzoeken: veel mensen kregen hoofdpijn van de Betuweroute. Patrick Buck, de man die het immense bouwproject leidde en daarvoor zaterdag werd geridderd: „Er zijn veel sporen nagelaten: vooral sporen die gezien mogen worden.”
Koningin Beatrix stelde zaterdag de 160 kilometer lange goederenspoorlijn in Barendrecht in gebruik. Het feest met 800 genodigden uit binnen- en buitenland werd niet gehinderd door het nieuws dat actievoerders van Groenfront! zich op zes plaatsen aan of langs de rails hadden vastgeketend.Of de snelle terugkeer van de door de koningin in gang gezette feesttrein -zonder mensen, die mogen niet worden vervoerd over de lijn- het gevolg is van de actie, wil niemand bevestigen. Het besluit voor een korte rit zou al eerder zijn genomen, omdat acties dreigden. De tegenstanders zien de opening als een tragische dag. Verkeersminister Eurlings noemt het protest „te verwachten folklore.”
Voor de feestenden is er louter goed nieuws te horen over de lijn. Wat niet wil zeggen dat er geen ruimte is voor het kraken van harde noten. Alle ministers van Verkeer en Waterstaat die regeerden in de periode van 1989 tot vandaag zijn aanwezig, Maij-Weggen voorop. In het boek dat de bezoekers meekrijgen -”De Betuweroute. Document van een historisch Nederlands bouwwerk”- neemt ze bepaald geen blad voor de mond.
Dat de Betuweroute noodzakelijk is voor het behoud van de concurrentiepositie van de Rotterdamse haven is zonneklaar, vindt ze. Ook is ze overtuigd van het feit dat spoorvervoer schoner is dan vervoer over de weg. „Zo dacht ik er begin jaren negentig over en zo denk ik er nu des te meer over. De files zijn intussen alleen maar toegenomen en de milieuproblemen, zoals de fijnstofproblematiek, zijn in ons land heel groot”, zegt Maij, nu commissaris van de Koningin in Noord-Brabant.
Ze betreurt echter ernstig „dat de lijn door latere aanpassingen veel te duur is geworden. Nu zit men met een moeilijk te exploiteren, veel te dure Betuwelijn. Het Rijk zal nog jaren moeten bijpassen. Eigenlijk is dat -de hoge prijs en niet de lijn zelf- een groot schandaal.”
Haar evenknie in 2007, Eurlings, heeft zich even eerder nog de blaren op de tong gepraat om uit te leggen dat de echte kostenoverschrijdingen juist heel gering zijn, krap 3 procent, en dat alle Europese landen met jaloerse blikken kijken naar de lijn en naar de prima beheersing van de budgetten. Dat de 160 kilometer spoorlijn veel duurder uitviel dan eerst was begroot, komt doordat er „nu een heel andere lijn ligt” dan toen achttien jaar geleden de eerste viltstiftstrepen op de kaart werden gezet.
Hoe dan ook: Eurlings, Bert Klerk van bouwer en beheerder ProRail, de Duitse staatssecretaris Hennerkens (Verkeer), vicepresident van de Europese Commissie Barrot en veel andere sprekers leggen de nadruk op het internationale belang van de Betuweroute. Eurlings wil ook het liefst dat de nieuwe spoorlijn ”Europalijn” gaat heten, omdat de positieve gevolgen ervan merkbaar zijn tot ver in Italië. „Door de lijn kan Nederland groeien in de rol van draaischijf van Europa. De Betuweroute is een zeer belangrijke schakel in een samenhangend trans-Europees goederennetwerk.”
De vergezichten van ProRailtopman Klerk reiken nog veel verder. „Nederland levert fysiek de eerste schakel in een verbinding waarover goederentreinen in acht dagen in Mongolië zijn. Voor het juiste beeld: over zee duurt dat 24 dagen. De nieuwe zijderoute loopt dus over spoor en begint in Rotterdam, met de Betuweroute.”
Omdat een aanzienlijk deel van het goederenvervoer -na een eerste jaar van „ingroeien”- voortaan over de nieuwe spoorlijn zal worden afgewikkeld, „gaat echt iedereen erop vooruit”, zegt Klerk. Goederentreinen hoeven niet meer te wachten op reizigerstreinen, maar andersom geldt dat straks ook.”
Om de sceptici nog één keer te bedienen, haalt Klerk Cornelis Lely van stal, die in 1891 met zijn plan kwam voor het bouwen van de Afsluitdijk en felle weerstand ondervond tegen z’n plannen. „Ik weet zeker dat Nederland én Europa over een paar jaar al niet meer zonder de Betuweroute kunnen en niet meer zonder willen. En dat onze kinderen en kleinkinderen over 75 jaar vol trots naar de historische beelden van de opening zullen kijken. Ik zeg het daarom Lely na: Een volk dat leeft, bouwt aan z’n toekomst.”