Rivaliteit
Politiek heeft te maken met botsende ideeën. Mensen hebben verschillende opvattingen over goed en kwaad, over wenselijk en onwenselijk. Politiek is ook een strijd tussen belangen. Maatschappelijke groepen kiezen vaak voor uiteenlopende politieke beleidskeuzes omdat die in hun eigen belang zijn.
Maar in de politiek speelt ook de strijd tussen personen een grote rol. In toenemende mate zelfs. Soms zijn mensen de exponent van bepaalde opvattingen of belangen. In andere gevallen draagt hun onderlinge strijd een sterk persoonlijk karakter. Er kan er nu eenmaal maar één premier of lijstaanvoerder worden.Overigens is een dergelijke rivaliteit tussen mensen niet beperkt tot de politiek. In allerlei verbanden en bedrijven komt die voor. Kerken en christelijke organisaties blijven er evenmin van verschoond, hoewel het daar toch anders zou moeten zijn.
Soms lopen de conflicten zo hoog op dat het betreffende verband er duidelijk schade van ondervindt. Daar weet de VVD inmiddels van mee te praten. Gestimuleerd door moderne opvattingen over transparantie en een grotere betrokkenheid van de basis organiseerde men daar vorig jaar voor het eerst een lijsttrekkersverkiezing.
Wie de partij bij de Tweede-Kamerverkiezingen ging aanvoeren, zou voortaan niet meer in de beslotenheid van het partijbestuur voorgekookt worden. Daarover zou in een volstrekt open en faire strijd door de leden worden beslist. In Amerika hield men immers al jarenlang voorverkiezingen over de vraag wie namens de Republikeinse of de Democratische Partij de strijd om het presidentschap zou voeren.
Naarmate zo’n interne verkiezingsstrijd feller gevoerd wordt, zal het echter voor de verliezers moeilijker zijn om zich con amore achter de winnaar te plaatsen. Eerst hadden ze er immers belang bij om hun concurrent als onbekwaam af te schilderen, als iemand met verkeerde of in ieder geval onduidelijke opvattingen. Maar vanaf het moment dat de ander gekozen is en de echte verkiezingscampagne in aantocht is, moet je je vertrouwen in de winnaar uitspreken en naar buiten toe vol lof zijn over de kwaliteiten van de betrokkene. Dat is niet zo makkelijk en komt ook niet altijd erg geloofwaardig over.
Het probleem van de VVD is bovendien dat de strijd om het aanvoerderschap maar een krappe overwinning (51 procent) opleverde voor Rutte. Bij een duidelijke nederlaag is er voor de ander eerder reden om de strijd op te geven en zich achter de winnaar te scharen. Daarbij is er nog de complicatie dat Rutte wel de meerderheid van de VVD-leden achter zich had, maar Verdonk meer populair is bij de liberale kiezers. Dat bleek ook wel uit het feit dat zij meer voorkeurstemmen kreeg dan lijstaanvoerder Rutte. Vandaar dat de strijd tussen beide kemphanen nog steeds onbeslist is. Verdonk heeft haar ambities inzake het leiderschap van de VVD nog lang niet opgegeven.
Nu had Rutte een duidelijk overwicht kunnen verwerven als de VVD het onder zijn leiding bij de verkiezingen goed gedaan had of bij de kabinetsformatie succesvol had gemanoeuvreerd. Maar de verkiezingen liepen op een nederlaag uit en bij de kabinetsformatie stond de VVD vanaf het begin aan de kant.
Kijk je naar hun standpunten, dan hebben wij alles bij elkaar genomen wellicht meer reden om voor Rutte te zijn dan voor Verdonk. Ook al durfde zij op te treden tegen Hirsi Ali, qua opvattingen zit Verdonk te veel in de uitgesproken seculiere hoek van de VVD. De afkeer van de islam is daar vaak een argument om zich ook tegen allerlei confessionele organisaties en instellingen te verzetten.
In ieder geval is duidelijk dat het karakter van een politieke partij als strijdorganisatie met zich meebrengt dat men keuzes tussen personen niet al te zeer in het openbaar moet laten uitvechten. Want het is wel de bedoeling dat je vervolgens met elkaar verder gaat. Je echte tegenstanders bevinden zich niet in de eigen partij. maar daarbuiten. Zeker als een openlijk gevoerde strijd geen duidelijke overwinnaar oplevert, kan dat tot langdurige irritaties en slepende conflicten leiden, die vernietigend zijn voor het imago van de partij.
De auteur is oud-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad.
Reageren aan scribent? gedachtegoed@refdag.nl.